Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
De koninklijke vrouwen waren met haar geleide te Saïs aangekomen, en daar in het paleis der pharao's afgestegen. Tot deze stad had Cresus haar uitgeleide gedaan. Cassandane was in de laatste jaren zeer veranderd. Diepe voren, door ergernis en lijden geploegd, ontsierden haar vroeger zoo schoon gelaat; maar de smart had hare hooge, fiere gestalte toch niet kunnen krommen.
Breng onze groeten over aan Cresus en de jonge Perzen, die wij hier leerden kennen! Stel Bartja den groet uwer zuster ter hand, en zeg hem, dat ik hem bidde dien te beschouwen, als hem door eene stervende vermaakt. Wellicht kunt gij uwe zuster een bewijs zenden, dat de jonge Pers haar niet geheel heeft vergeten. »Leef gelukkig in uw nieuw bloeiend vaderland!"
Amasis, dien wij nog maar kort geleden zoo ernstig met Cresus hoorden spreken, had thans alle zorgen op zijde gezet, en gaf zich over aan vroolijke scherts. Het was of hij weder de uitgelaten onderbevelhebber, de lustige drinkebroer was van weleer.
De aanval der ziekte was ditmaal niet van langen duur. Uitgeput en bleek lag hij op zijn gouden rustbed, onder een purperzijden dek. Naast hem zat zijne blinde moeder, aan het voeteneind stonden Cresus en Oropastes en aan het andere einde der zaal beraadslaagden vier lijfartsen , zacht fluisterend, over den toestand van den lijder.
Evenzoo ging het mij met den Egyptenaar Psamtik, terwijl ik mij door Amasis voelde aangetrokken." »Gij zijt nu eenmaal geheel anders dan wij!" hernam Zopyrus in scherts. »Maar doe mij het genoegen, en laat den armen Oroetes rusten. Het is goed dat hij weg is, want nu kunt gij vrijer van huis spreken. Hoe maakt het Cassandane en uwe godin Atossa? Hoe is het met Cresus?
Mocht gij daarentegen de heerschappij niet meer in uw geslacht terugbrengen, dan zult gij allen, ja, dan zal ieder Pers even rampzalig aan zijn einde komen als ik!" Toen de Achaemeniden den koning na deze woorden zagen weenen en uitgeput nederzijgen, scheurden zij hunne kleederen en hieven een klaaggeschrei aan. Weinige uren later gaf Cambyzes in de armen van Cresus den geest.
Vaarwel, vrienden, komt mij spoedig te Naucratis opzoeken. Ik keer met Syloson en Theopompus aanstonds derwaarts terug. Geef aan de kleine Parmys uit mijn naam honderd kussen, en zeg aan Melitta, dat zij met het kind omstreeks den middag niet buiten moet gaan. Dat is niet goed voor de oogen. Goeden nacht, Cresus, goeden nacht, vrienden! Vaarwel, beste zoon!"
Cambyzes knikte den armen vorst minzaam toe, en toen hij zich omkeerde, bemerkte hij, dat niet alleen in zijn oog een traan was opgeweld. Cresus, Bartja en alle aanwezige Perzen, ja zelfs Phanes, die beiden koningen tot tolk had gediend, waren diep geroerd.
Op hetzelfde oogenblik trad de oude dienaar bleek en bevend het vertrek binnen. »Hebt gij mijn zoon gezien?" riep Cresus hem reeds uit de verte tegen. »Waar is Phanes?" »Beiden laten u door mij hun afscheidsgroet brengen." »Zijn zij dan ontkomen? Hoe zijn zij er door gekomen? Waarheen zijn zij gegaan?
Nitetis was erger dan dood voor haar; Bartja, Cresus, Darius, Gyges, Araspes, met wie allen haar hart door banden des bloeds en der vriendschap verbonden was, waren zoo goed als gestorven. En zij durfde niet eens hare tranen den vrijen loop laten, want de zware taak rustte op haar, de uitbarstingen der wanhoop van haar woest kind te beteugelen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek