Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Indien gij slechts ter harte neemt, wat ik u gezegd heb, zal alles wel gaan!" Nitetis pinkte een traan weg, dien zij niet vermocht te weerhouden, en antwoordde: »Hoe zal ik u danken voor al uwe goedheid, Cresus, mijn tweede vader, mijn beschermer en raadsman! O, verlaat mij ook in het vervolg niet!
Vervolgens schudde hij Cresus de rechterhand, gebood hem zijn paard weder te bestijgen, en hem als tolk naar den wagen van Nitetis te volgen. De aanzienlijkste hovelingen snelden toe, en hieven den koning op zijn ros. Deze wenkte nu, en de trein stelde zich opnieuw in beweging. Cresus draafde nevens Cambyzes aan de zijde van den gouden wagen.
Doch Darius, die een tijd lang al de aanwezigen peinzend had gadegeslagen, trad met kalm overleg op Cresus toe, en zeide: »Gij kwetst en beleedigt elkaar, zonder dat de beschuldigde schijnt te weten, wat men hem ten laste legt, en zonder dat de rechter zijne verdediging aanhoort.
»Maak u niet ongerust," zeide Cresus, lachende. »De ballen, waarvan hier sprake is, zijn zeer fijn en licht, en van eene opgeblazene vischhuid of van leder gemaakt. Een kind van twee jaar zou ze kunnen opwerpen, terwijl gij zulk een houten kogel, waarmede de Perzische knapen en jongelingen spelen, bezwaarlijk zoudt kunnen tillen. Zijt gij over mij tevreden, Nitetis?"
Cresus wilde zich eerst later bij hen voegen, daar hij beloofd had bij het opkomen der Tistar-ster de blauwe lelie te zullen komen zien.
Aanvankelijk luisterde Bartja bedaard en lijdzaam toe; toen echter Cresus het woord »bedrogen" uitsprak, balde hij zijne vuisten, en stampvoetende riep hij op woesten toon: »Uwe jaren, uwe zwakheid en de groote verplichting die ik aan u heb, beschermen u, oude; anders ware deze uwe hoonende taal uw laatste woord geweest!"
Aristomachus, die schuins over Cresus zat, had tot nog toe zonder een enkel woord te uiten, of met de lachers over de scherts van den koning in te stemmen, de Persen onafgebroken gadegeslagen. Toen nu de pharao ophield het hoogste woord te voeren, wendde hij zich op eenmaal tot Cresus, met de vraag: »Ik wenschte wel te weten, Lydiër, of de bergen met sneeuw bedekt waren, toen gij Perzië verliet?"
»Uw schrijven aan Bartja bracht mijn geloof aan uwe onschuld aan het wankelen," sprak de koningin-moeder. »En toch was het alles zoo eenvoudig en natuurlijk!" antwoordde Nitetis. »Hier, mijne moeder, neem dezen brief uit Egypte. Cresus zal hem wel voor u ontcijferen. Deze zal u alles verklaren. Misschien ben ik onvoorzichtig geweest.
Maar hij had Bartja lief, en gruwde bij de gedachte, dat hij zich tot een sluipmoordenaar zou laten gebruiken. Hij had in zijn binnenste een geweldigen strijd te strijden, die nog voortwoedde, lang nadat hij het paleis reeds verlaten had. Op weg naar zijn huis ontmoette hij Cresus en Darius.
»Maar hij zal toch moeten aanhooren, wat gij hem voorhoudt," hervatte Cresus; »en daarmede is reeds veel gewonnen. Want al volgt hij ook uwe raadgevingen niet, deze zullen toch als stemmen der goden tot zijn geweten blijven spreken, en hem van veel kwaads terughouden. En ik wil u een bondgenoot blijven. Zijn stervende vader vermaande mij, hem met raad en daad bij te staan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek