Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Cambyzes knikte den armen vorst minzaam toe, en toen hij zich omkeerde, bemerkte hij, dat niet alleen in zijn oog een traan was opgeweld. Cresus, Bartja en alle aanwezige Perzen, ja zelfs Phanes, die beiden koningen tot tolk had gediend, waren diep geroerd.

LYSANDER. Geldt u mijn liefde als hoon? wat vreemde waan! Geen hoon en spot, die zich in tranen meldt; 'k Zweer weenend, zie! van eeden, zoo ontstaan, Blijkt, dat zij uit het hart zijn opgeweld. Kan 't zijn, dat gij als bitt'ren hoon verklaagt, Wat zóó van trouwe min den stempel draagt? HELENA. Uw dubbelhartigheid wordt zonneklaar; Doodt trouwe trouwe, o booze heil'genstrijd!

Nauwelijks verschijnt ons de figuur van Faust of wij vernemen zijn klacht, een klacht zoo zeer uit de geheele persoonlijkheid opgeweld, dat wij Faust niet kennen, zoolang wij de klacht niet verstaan. En door in haar te verwijlen, zoodat de snaren onzer ziel meetrillen, verstaan wij haar.

De goed afgeveegde vruchten, waar men een kort steeltje aan laat blijven, worden in den kokenden azijn opgeweld, en als men ze er uit heeft genomen, laat men het nat nog wat verdampen, dat ook na eenige dagen op nieuw moet worden opgekookt; 1/2 l. nagelen er bijgevoegd, geeft aan het zuur een lekkeren smaak, doch bederft de kleur. Zoetzure komkommers.

Hoe menige zwerveling op de hobbelige, moeilijke levensbaan mag hier eindelijk, zorgens en zwervens en strijdens moe, zijn neergezonken, met die ééne bede op de lippen, uit het verbrijzelde, afgetobde hart opgeweld: vrede! vrede! een vrede, lang vergeefs nagejaagd, in het eind gevonden.

Alonzo zweeg, Adelgonde zag strak voor zich neer, en Van Bergen, in wiens oogen een paar dikke tranen waren opgeweld, wilde den jongeling nog eenige woorden toespreken, toen hij daarin eensklaps verhinderd werd door een hevig rumoer, 't welk zich op het portaal liet hooren. "Laat mij door! laat mij door, zeg ik u!" riep eene vrouwenstem buiten de zaal: "Ik moet, ik wil den graaf spreken.

En komt gij met trompetgeschal, opdat de krijgskans keer', Dan wacht ik u, verheugd van ziel, hoor ik die klanken weer.« »Neen Roderick, de krijg is uit, en tusschen ons is 't vree: Geen strijd meer tusschen u en mij, het zwaard blijv' in de scheeToen reed hij heen; maar kort daarna wendde hij steels 't gelaat En keek hij angstig achterom, als vreesde hij verraad; Maar de gedachte aan zulk een daad was nimmer opgeweld, In 't harte van den trouwen Cid, dien nooit volprezen held!

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek