Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Wij mogen niet in de steden komen; wij mogen niet over bruggen loopen; wij mogen niet loopen door hun bebouwde velden of in de wildparken voor het wild, dat zij dooden. Ik ben nu afgesneden van al de Broederen behalve van de drie zonen van Cossar, en zelfs diè doorgang wordt met elken dag nauwer. Het is of zij twist met ons zoèken, om ons het een of ander te kunnen aandoen."
En dit initiatief dreef hem onder het bed. Daar werd hij een oogenblik later gevonden door Cossar. Bensington was bijna versuft van angst toen hij gevonden werd, want Cossar had de deur met zijn schouder ingeloopen door er van den overkant van den gang op toe te springen. "Kom er onderuit, Bensington," zei hij. "'t Is goed volk. Ik ben 't. We moeten zien hier vandaan te komen.
Hij gooide zijn ledematen hierheen en daarheen en gooide er bevelen uit als ballen. Het lag voor de hand, dat hij lampen noodig had. Iedereen behalve Cossar liep heen in de richting van het huis. "Ga je in de holen?" vroeg Redwood. "Ligt voor de hand," zei Cossar. Hij maakte het hun nog eens duidelijk dat de lantaarns van de kar en de trolley gehaald moesten worden.
Hij bereikte zijn toppunt van vroolijkheid en energie tegen twee uur. Als hij in het verwoestingswerk een bijl zwaaide, ontvluchtte zelfs de dapperste zijn nabijheid. Daarna kalmeerde hij een beetje door het tijdelijk verlies van zijn bril, die de anderen eindelijk vonden in den zijzak van zijn jas. Mannen liepen af en aan vuile, nijvere mannen. Cossar bewoog zich tusschen hen als een god.
Redwood stond op en schreeuwde flauwtjes ten antwoord, en toen stond Cossar plotseling naast hem op den weg, zijne beide handen stevig drukkend en hem uit den auto trekkend. "Hoe is 't met mijn zoon?" vroeg Redwood. "O, goed," zei Cossar. "Hèm hebben ze niet erg geraakt." "En jouw eìgen jongens?" "Goed in orde, allemaal. Maar 't is een warm dagje geweest gisteren."
Hij keek van de voeten van zijn buurman, naar de forsch gespierde handen op de teugels. Cossar had blijkbaar nooit gemend, en reed maar recht uit recht aan over het midden van den weg, volgens een zonder twijfel voor de hand liggende, doch zeer zeker ongewone eigen methode. "Waarom doen wij toch niet allemaal wat voor de hand ligt? dacht Bensington.
Het geheele voorval was afgespeeld in een halve minuut. Niemand anders dan Bensington zag het. Hij kon de andere achter zich hooren nog steeds op weg naar het huis. Hij schreeuwde iets onsamenhangends en liep toen terug naar Cossar, terwijl de ratten verdwenen. Hij bereikte hem buiten de holen. In het maanlicht duidde het spelen der schaduwen, die over Cossar's gezicht gleden, kalmte aan.
"Ik vind," zei hij, met zijn hand op het zeil der vigelante, en met een schichtigen blik naar de vensters zijner verdieping, "ik geloof dat ik het eerst nog even aan nicht Jeanne ga vertellen. "Meer tijd om te vertellen als je terugkomt," zei Cossar, hem erin duwend met een enorme hand die zijn rug ongeveer besloeg... "Knappe kerels," merkte Cossar op, "maar geen zier initiatief.
"Als we dit zaakje aan de ambtenaren overlaten dan gaat heel Kent aan flarden," zei Cossar. "Is er nog iets ? Neen. Hìèr!" Hij stak een enorme hand op naar een vigelante die gretig aan-hotste om hem te bedienen. "Rijtuig, meneer?" zei de aapjes-man. "Nog al vanzelf," zeide Cossar en Bensington, nog steeds zonder hoed, pagaaide den trap af, en maakte zich gereed in te stappen.
Hij zweeg, trachtende zijn bedoeling duidelijk te maken, en maakte een gebaar naar de klip boven, dat de ander door de duisternis niet kon zien. "Ik heb er nooit zoo aan gedacht. Ik heb het druk gehad en de jaren zijn omgevlogen. Maar hier zie ik Het is een nieuw geslacht, Cossar, met nieuwe aandoeningen en nieuwe behoeften. Dit alles, Cossar "
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek