Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Want de toekomst voor Cecile scheen haar eene eentonige zachtheid van onberoerde kalmte toe, waarin de figuurtjes van Dolf en Christie opgroeiden tot aardige jongens, tot jonge studenten, tot mannen en waarin Cecile zelve niets dan moeder bleef, omdat zij zich niet geheel kende in het onbewuste van haar gemoedsleven en niet wist, dat zij meer vrouw was dan moeder, hoe lief ze ook hare kinderen had.

Dolf en Christie waren op dat uur binnen; ze zaten op den grond, op bankjes, de vellen van een kindertijdschrift open te snijden, waarop Cecile voor hen geabonneerd was. Stil zaten ze, zoet en fijntjes, als kinderen, die in een week interieur opgroeien, tusschen te veel zachtheid, te bleek, met te lange blonde haren, vooral Christie, wiens slaapjes waren geaderd als met een azuur bloed.

Dolf herinnerde zich nu, dat zij over de kinderen sprak, dit dikwijls gezien te hebben. Christie was niet wel, hij was zoo hangerig; als het maar geen mazelen worden, sprak zij.

Greta ging en het scheen Cecile toe of er iets sidderde in de intimiteit, die daar dreef; of de voorwerpen, waarover hare vingers zoo even gegleden waren, zich anders verlichteden, met een schijn van huivering. Maar Dolf en Christie waren niet veranderd en zaten nog steeds te zien naar de platen, met zachte opmerkingen tusschen hunne mondjes in. De deur werd geopend en Quaerts trad binnen.

Ze was nieuwsgierig om hem nu weêr eens te zien, nieuwsgierig, wat ze dan door hem denken en voelen zoû ... Zij was opgestaan van hare schrijftafel, ze vlijde zich nu rechtuit op de chaise-longue, wond hare armen achter heur hoofd. Ze wist niet meer wat ze droomde maar ze voelde zich stil gelukkig. Zij hoorde Dolf en Christie de trap afkomen; ze kwamen binnen, het was etenstijd.

Nu staat hij onder zijn vaalbruine dak, den steel er van tusschen den arm geklemd; in de beide knoesterige handen houdt hij het lange beduimelde papier, en terwijl de eerste regenvlaag de punten van zijn dak tot gootjes maakt, waarvan een knaapje met wijden mond een stroompje opvangt; terwijl hij telkens den blik in 't ronde werpt om te zien of zich geen nieuwe hoorders komen voegen bij de weinige vrouwen die hem 't zij met bevreemding of ook met diepe verrukking beschouwen smakt hij op zalvenden toon het begrafenislied, dat hij dichtte, waarschijnlijk bij den dood van zijn zalige vrouw, op haar, die hij "bekeerd had fijn om eeuwig leevent te zijn Gestaan had te midden van een verdoemt geslagt Door hem en Christie bloed tot de verreizenis gebragd."

Toen zei ik tot onzen vader, dat ik hem instond voor Benjamin en dat ik heel stout zoû zijn, als we Benjamin niet weêr thuis brachten. En daarom bid ik u, o heer, laat mij uw slaaf zijn en laat het kind met zijn broeders teruggaan. Want hoe kan ik zonder Benjamin mijn vader onder oogen komen ... En Jozef, mama, wat zei Jozef? vroeg Christie.

Het slot van het verhaal voldeed hem niet; en toch: het was wel mooi zoo, veel mooier dan dat Jozef boos was geweest en Benjamin had gevangen gezet ... Die Christie! Om te gaan huilen! zei Dolf. Het is immers maar een verhaaltje. Cecile antwoordde hem niet, dat het verhaaltje heusch gebeurd was, omdat het in den Bijbel stond. Ze was in eens zeer treurig geworden, in eene twijfeling aan zichzelve.

Ik ben het, ik ben Jozef! Maar Cecile kon niet voort vertellen, want Christie had zich aan haar hals geworpen met eene beweging als van wanhoop en zij hoorde hem snikken tegen haar aan. Christie! Mijn jongen!

Zij trok hare wenkbrauwen op, als begreep zij niet, maar het accent zijner stem was zóo in-hoffelijk geweest, dat ze zelfs geen koud woord vond om hem te antwoorden. Zijn dat uw beide kinderen? vroeg hij, met een blik naar Dolf en Christie. Ja, antwoordde zij. Staat eens op, jongens, en geef meneer een hand. De kinderen kwamen langzaam nader en staken hunne handjes uit.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek