Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Met zijn oogen de aangewezen richting volgend, kan Chester het voetstuk zien van het groote standbeeld, vervaardigd van de te Jemmingen buit gemaakte kanonnen, dat de overheerscher en de verdrukker der Nederlanden bezig is op te richten tot zijn eigen verheerlijking en glorie, zeer tegen den zin van Philips van Spanje, die naijverig is op zijn generaals en altijd vreest, dat zij al te beroemd zullen worden.
Als dit alles ter oore komt van koningin Elizabeth, zegt Hare Majesteit tot haar eersten minister: "Burleigh, deze Sir Guy Chester is de grootste dief van ons allen. Hij heeft de dochter van Alva gestolen en hij en het meisje hebben samen haar vader bestolen, den armen ouden Hertog." "Zij namen een voorbeeld aan Uwe Majesteit," antwoordt Burleigh.
En daar Hermoine er niets tegen schijnt te hebben, hem dit recht toe te staan, geeft zij haar twee Moorsche meisjes, die hen aan tafel hebben bediend, een teeken, en als Chester en Hermoine de eetkamer verlaten, om naar het andere vertrek te gaan, vallen de gordijnen achter hen dicht en zijn zij alleen. "Kom in het venster; daar krijgen wij weldra maanlicht," zegt de jonge dame.
Nooit te voren is Guy Chester zoo getroffen door den toon van een menschelijke stem, ofschoon, in de bijna ondoordringbare duisternis, haar bekoring niet wordt ondersteund door een bevallig figuurtje, aanminnig gelaat of schitterende oogen. Het is enkel de stem, die hem bekoort. Deze zegt: "Senor, zijt gij een officier? Hebt gij gezag over deze woeste mannen?"
Een oogenblik later roept Dirk uit: "Genadige hemel! Ik herkende de stem niet. Het is kapitein Chester. De 'Eerste der Engelschen'!"
Rowley, die in Chester woonde en onderricht in het Duitsch wenschte te ontvangen. Hedwig kon eerst hare ooren niet gelooven. En dat zou zij mogen doen, zij, die alles behalve een gunstelinge van Miss Wells was en steeds door Miss Rench met Argusoogen werd bespied! Zij zou iederen Zaterdag geheel alleen een wandeling mogen maken naar de stad en daar privaatles gaan geven!
"Zouden wij zoo dom zijn geweest, het niet te vinden, toen wij zijn zakken doorzochten, eer wij hem overboord gooiden? Is het geld? Dan is het van mij!" "Het is geen geld, het zijn papieren," merkt Chester op, het wambuis van den Italiaan opensnijdend en er een pakje uithalend, dat zorgvuldig in geoliede zijde gewikkeld is.
Het is December, er zal spoedig ijs komen." Chester tracht nu berichten in te winnen en treft toevallig den laatsten man, die uit Haarlem ontsnapt is, aan, een man, half krankzinnig van angst, want hij is slechts met moeite ontkomen aan de Spaansche patrouilles, die met gruwzame wreedheid iedereen ophangen of doodslaan, dien zij ontmoeten.
Guy Stanhope Chester is dan ook zeer met zichzelven ingenomen, als hij gaat zitten en een aanval doet op het maal, dat voor hem staat, en den zilveren beker met Xeres telkens aan de lippen brengt, om zijn verkleumd lichaam te verwarmen, zwijgend en vlug bediend door den lakei.
"Niet tobben, ik wil niet tobben," zei ze herhaaldelijk, als de gedachte aan het afscheid van Tieka haar te machtig dreigde te worden en dapper schreef zij brief op brief, gaf en vroeg inlichtingen en veroverde eindelijk een betrekking als onderwijzeres op een kostschool te Chester, een inrichting voor weezen en halfweezen, die geen thuis meer hadden of er nooit een hadden gekend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek