Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Vader leeft, zeide zij. Zij leven allen.... Wat wij zagen, was vizioen.... Vizioen... herhaalde ik. O, Charmides, zeide Charis. Wanneer gaan wij terug tot hèn? Morgen, beloofde mij de opperpriester, o Charis. Maar zal Menedemus aan een koopmanszoon geven zijn prinsesje, zijn dochter Charis....? Hij zal Charis geven aan Charmides, die haar beminde en redde uit veel gevaar, o Charmides....

Zie toch eens naar hem om al zijt ge maar een ezel! Want drie dikke zwijnen achtervolgen hem en laten hem niet los!! En werkelijk, mijn rechtervoorpoot reeds geheven om op de vlucht met Charis te gaan, zag ik om en bespeurde ik Davus, die om het waterbekken rond liep, achtervolgd door drie snorkende zwijnen. Hij rende op mij af en verschool zich tusschen mijn pooten en riep: Bescherm mij, heer!

Aarzelend nam Charis de bloem aan, bezag haar, kuste haar zacht omdat zij zoo schoon was en vroeg: Moet ik zoo schoone bloem eten, o vader? Zie, hoe zij straalt of er licht in schuilt, zie hoe zilverig de bloembladeren zich plooien het een naast het andere: moet ik werkelijk zoo schoone bloem eten....?

En eerst zoet meewarig, juichte haar stem op en hare armen omhelsden mij en zij kuste mij op mijn ezeleneus, terwijl ik mij verwonderde, dat zij mijn naam wist. De drie geneesheeren maakten gebaren van weêrzin en afkeer. Charis! riepen zij alle drie. Staat ons toe, dat wij uw bruidegom verplegen! Is hij genezen, zoo wordt uwe verloving gevierd!

Ik smachtte er naar; ik zag er naar uit, toen wij het voorplein van den tempel naderden... Want ik meende, dat mijn ezelvorm lang genoeg mij had omhuld, tot boete voor vele euveldaden-van-liefde; ik meende, dat het heilige tijdstip nu weêr naderen zoû, sinds ik trouw was gebleven aan mijn stralendste liefde, aan mijn heilige liefde voor Charis.

Maar toen Charis, juichend, terwijl hare maagden rondom ons dansten, voorbij haar vader, broeders en neven trad, die, steeds in ontsteld gefluister, elkander raadpleegden, hoorde ik Menedemus roepen: Bij alle barmhartige goden!! Wat moèten wij nu met dien schurftigen ezel!

Dat je mij lief hebt, Charmides, als een man, die je weêr worden zult, en dat je niet Charis lief hebt, voor wie je nooit anders dan een ezel zal blijven, dwazelijk getuigd als een bruidegom, die nooit gemaal, nooit gemaal zal worden! Charmides, Charmides, knik! Ik knikte niet, ik schudde mijn kop van neen. Vervloekte Charmides! riep woedend Demea.

En de twee maagden en de twee priesters verdwenen ter zijde.... Charis! riep ik haar zacht. Charmides! riep zij zacht mij toe. Ik naderde haar en onze armen hieven zich en wij omhelsden elkaâr, innig en dicht. Charis! zeide ik. Uit liefde voor je werd ik betooverd in den vorm, dien je, zelve betooverd, lief kreegt. Ik weet het, zeide zij. Ik weet alles. En het is alles goed geweest.

Nu ik werkelijk een zoo goed verzorgde, wèl doorvoede, glanzig geborstelde ezel was, schenen zij Charis te gunnen hare verdwazing en lieten zij haar begaan. Zij kuste mij op den snoet en van zaligheid rilde ik. Tevens nam ik mij voor, niet te balken, nóoit te balken en mij te gedragen geheel en al als een kunstig gedresseerde ezel zich zoû gedragen.

Zegt mij, gij zonen van Hermes en Aesculapius, wondermeesters, geneesheeren, zegt mij, wat nu te doen!! En in wanhoop wenkte Menedemus drie Frygiesch gemutste heeren nader en stond, in radeloosheid voor hen, de armen wijd. Heer, zeide een van hen, een grijze, waardige in langen tabbaard. Wij kunnen niet anders dan Charis laten in den waan, dat zij haar bruidegom heeft gevonden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek