Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Ik koos het tafeltje, of, beter gezegd, nam het tafeltje dat hij mij aanwees; sprak af voor den volgenden dag om acht uur; en 't oogenblik daarna stond ik buiten op 't trottoir, met het gevoel alsof een schurksche goochelaar de laatste centen uit mijn portemonnaie had weggemold. Ik nam een heldhaftig besluit.

Hij gaf zijn zoontje de vier verschuldige centen en reikte zijn weekloon aan zijne vrouw, die, zonder het te bezien, het geld in haren zak liet glijden. Dan namen allen plaats aan de tafel, zoo ordelijk, zoo zuiver en zoo netjes geschikt, alsof die arme menschen gekozene spijzen uit porseleinen borden en met zilveren lepels zouden gaan eten.

Dien nacht droomde Sprotje van klein Wilmpje; hij zat in zijn tafelstoel en speelde met een looden kopje en melkkannetje van drie centen, dat Sprotje hem eens meegebracht had op een Zondagmorgen.... Zij zag zijn dikke witte handje, dat deed of het inschonk.

Dan werd na een paar dagen het doek bij de rest gezet. De dagen die daarop volgden was i ellendig, moe, miserabel, onvatbaar, ziek, en ging i weer "sloffen" zooals i dat noemde: niets doen, luieren, rond loopen. Als i centen noodig had dan haalde i 't een of ander uit de "vullis", dan zocht i een "doekje" uit waarvoor "ze wel 't een of ander zouden geven", en dat verkocht i dan.

Als de baas er niet was maakte ik dierengeluiden, zong komieke liedjes, die ze nog nooit hadden gehoord. De zoon van den baas was een ingebeelde kwajongen; af en toe kwam i op kantoor om centen te halen. Hij sprak vreeselijk gemaakt en keek met een allerellendigst, door niets gemotiveerd vertoon van superioriteit naar de bedienden van zijn pa.

Maar wat zat er anders op?.... Zijzelf deed immers al veel meer dan haar krachten toelieten, en zij wist van een dubbeltje ook maar tien centen te maken.... Nog geen zes stuivers per dag voor de man kon ze uitgeven.... meester Jonkers had wel bijna het dubbele noodig, en de meisjes studeerden, en Herman was in zijn groei.... wát bleef er over voor een meid en voor haar....?

Dan moesten we geregeld »klantenloopen". Met zware manden sjokten we dan eerst het eene eind van de stad in, en dan het andere. Gelukkig hadden we onze bepaalde menschen, waar je altijd een paar centen kreeg. Dat waren dan meestal goedige dienstboden, en dat kan ik nu, uit de verte, best begrijpen: die wisten bij ervaring, hoe aangenaam zoo'n kleine verrassing is. Men ijvert vaak tegen de fooien.

Daar zou zij eerlang elken dag eenige centen verdienen, en dit was toch alweder zooveel in het huishouden gewonnen. Daarenboven, zij zou gevoelen, dat zij geboren was om te werken evenals de anderen, en de luiheid, de juffrouwerij, zooals hij het noemde, zou den tijd niet hebben om in haar te groeien.

Op het land echter is men niet zoo afkeerig van zich eens te verplaatsen, als in de stad. Ondanks het gebrek aan paarden en muilezels, waarvan het aantal in de jaren van oorlog zeer verminderd is, doen de Cubanen toch zeer dikwijls lange tochten te paard. Een vreemdeling kan hier voor een centen, d.i. 26.40 francs, plus omstreeks zes francs per dag voor voedsel en verzorging, een paard huren.

In één woord: hij was een kerel met een hart als van goud, 'n beetje zieltje zonder zorg, die soms dacht dat een dubbeltje twintig centen had, maar overigens een officier, die hoog stond aangeschreven; een vent waar ze op aan konden. Hij had verbazend goed slag om met de soldaten om te springen, hij kreeg alles van ze gedaan, want hij behandelde ze als menschen, zie je?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek