Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Bij Herkles! vloekte Carpoforus.... Hij was zelf een Herkules: donker, reusachtig; even ouder dan Colosseros, had hij reeds keer op keer in de arena gezegevierd, zéer in de gunst van Domitianus, door Martialis gevierd in zijn epigrammen; hij worstelde en kampte met wilde dieren; leeuwen, everzwijnen en tijgers; hij werd de Jager bijgenaamd, hij was tevens lanista der allerjongste gladiatoren, hun schermmeester; uit zijn leêren tuniek staken bloot zijn gebruinde, monsterlijk zwaar gespierbundelde schouders en armen; de zwellende kabels vertakten er langs; de litteekens van de wilde-dierklauwen gloeiden aan zijn wang, hals en bovenarmen zichtbaar met vurige plakkaten; zijn donker ruig omkroesde kop was klein, zijn besnorkroesde mond kort en dik en zijn oogen waren gróot, donker en goed als van een lief beest, als van een zachtmoedigen bruut, die zoû toe laten, dat een kinderhand hem zoû streelen.
Er is over te denken, gaf de dominus toe. Er is, bij Herkles, wel over te denken.... Natúurlijk is er over te denken! riepen de jongens te zamen uit. We gaan naar Neapolis, hoor.... En naar Syracuze.... En naar Karthago!! jubelden zij te gelijker tijd. Dan zie ik jullie niet weêr, zei Carpoforus. Als we terug komen, toch wel? zei Cecilianus. De Jager schudde het hoofd. Neen, mijn kind, zeide hij.
Colosseros maakte zijn vinger goed nat met spog en veegde er meê om Cecilius' oogen. Carpoforus schepte water uit het gootje aan zijn voet en waschte Cecilianus. Als zoete kinderen lieten de komediantjes zich poetsen. De fluiten snerpten. Neêr het aularium. Heftig applaus. De patriciërs zetten zich weêr.
En ze waren opgetogen en ze zoenden iedereen tot afscheid, terwijl de dominus omarmde en omhelsde: ze zoenden Gymnazium en haar tonstrix en de meiden van Taurus, die op den drempel verschenen; ze zoenden Alexa; ze zoenden slaven en slavinnen.... Wij loopen meê, zei Colosseros. Wij brengen jullie tot buiten de Porta Capena, zei Carpoforus.
Neen! zei Cecilianus en trok Carpoforus boos aan de ooren. Nou geen m
Cecilianus was weenende weder op de put-treê gaan zitten en de Jager koesterde hem tegen zich aan. Je hebt niet "Alexis", plaagde Marcella, wel als dichter-vriendin op de hoogte van Vergilius; maar je hebt toch Carpoforus! Ik tèl niet, niet waar? vroeg de Jager schertsend en deed den knaap drinken. Cecilianus dronk even, weerde toen af.
Hermes zal het niet aardig vinden als je zoo dadelijk weêr weg gaat. Help ons liever eens met den bibliotheek, dan is die gauw.... .... ja, in orde. En van middag.... .... komt Carpoforus. En Colosseros misschien ook. Dan baden we allen te zamen weêr. En gaan we een beetje paard-rijden. En Carpoforus en Colosseros leeren ons worstelen.
Wenscht ge, dat ik kom....? vroeg de heilige Man, zijn stem even verheffend en die stem was bijna vrouwelijk teêr en zoo klaar als van een jongeling. Ja, heilige Man! zei de Jager. Toen klom Johannes den heuvel op, waarop de Jager zat. De menigte toefde op den weg en zong.... Wat wenscht ge? vroeg Johannes. Misschien zijt ge wel een dokter, heilige Man, zei de Jager Carpoforus.
Hij maakte, dat ik den Numidischen Leeuw overwon en het beest den muil door midden scheurde! Ik léef nog door hem! Ik zal altijd overwinnen, zoo lang hij leeft en mij nabij blijft.... Carpoforus! riep Cecilianus. Hier ben ik, zei de Jager en hij knielde neêr voor het bed.
Dominus, ging hij voort; Cecilius is moê.... van iederen dag een groote rol te spelen. "Bacchides", "Menæchmi", "Bacchides", "Menæchmi".... En wat woû Cecilius dan....?? Met een leeuw worstelen, voor de afwisseling, zei Carpoforus. Neen, op een stier in de lucht geheschen worden, als ik van middag! zei Colosseros.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek