Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 oktober 2025


Dienzelfden avond ging Colline met opzet zeer vroegtijdig naar het café, om de eerste te zijn om Carolus te zien. Hij behoefde niet lang te wachten: Carolus kwam weldra met drie reusachtige bouquetten rozen in de hand. "Allemachtig!" riep Colline uit; "wat wilt u met dien tuin?"

En toen de rook wegdreef voorbij de blauwe lucht waren de hoorns en 't geroep weêr stil, er lagen dooden verspreid op de mossige keitjes van den hof, waar de zon rustig scheen, Carolus waakte met zijn soldaten bij de verslagen vijanden in een groep.

Na een uur wist Carolus met een geduld en een oratorische handigheid, die oneindig was, een zin te pas te brengen, die, niettegenstaande zijn bescheiden vorm, niets meer of minder dan een sommatie aan Rodolphe was, om te luisteren naar de voorlezing van een klein werkje, dat de vrucht van de doorwaakte nachten van genoemden Carolus was.

Carolus luisterde een oogenblik, doch hoorde niets. "Dan zal ik een oorsuizing gehad hebben," zeide Rodolphe; "lees verder; don Alvar interesseert me buitengewoon; het is een edele jongeling." Carolus las verder en legde al de muziek van zijn orgaan in de volgende woorden van den jongen don Alvar.

Hij stelde Rogier tot stadhouder over het Toscaansche land en schonk hem den keten, de edelen klapten hun handen en de vedelaars maakten lustige muziek. Carolus liep met rood gelaat de zaal uit en dan weêr in, hij dronk vele bekers leêg en omhelsde Walid, zijn goeden vriend die dikwerf knikte, in groote blijdschap.

"Wat bedoelt u daarmede?" "Ik bedoel, dat u nog een groot aantal vulgaire gewoonten hebt, die u u zult moeten afwennen." "Ik zal mijn best doen u in alles na te volgen," antwoordde Carolus.

Wat zijn verstand niet had kunnen begrijpen werd Carolus nu eensklaps klaar door het inzicht van zijn liefde voor Rogier, een liefde die hij steeds als blijdschap van 't oogenblik ondergaan had, doch welke nimmer eenig nadenken had verwekt.

Een bandelooze woeling van jonge mannen en vrouwen, door Tamalone geleid, trok zingend en met doeken wuivend rondom de lichtende figuur van Carolus saâm, de monnik reide die het dichtst bij waren in den franschen danskring rond; buigend en de beenen hoog heffend warrelden zij om den brigadier heen, wijl half spottend half gemoedelijk hem de grilligste namen werden toegeroepen, die het plein, blakerend tusschen de witte huizen, daveren deden van gelach.

De bohémiens zouden elkaar dan hun particuliere indrukken mededeelen, waarna zij zouden stemmen over weigering of aanneming: verder zou Carolus, vòòr zijn toelating, een proeftijd van een maand moeten doormaken, dat wil zeggen, dat hij vòòr dien tijd niet het recht zou hebben hen te tutoyeeren en hun op straat een arm te geven.

Carolus stond met de handen in de zijde in de heete zon te kijken, verwonderd wat er gaande was. Doch toen hij daarna, terwijl Walid zachtjes lachte, overal naar zijn helm zocht kwam het eensklaps in hem op, dat de monnik dien zeker in zijn vlucht had medegenomen in plaats van zijn eigen muts. Hij vloekte, maar Walid zeide: "Die monnik is een slimme vogel."

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek