United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heel zachtjes, dat de Zon het niet hooren zou, zei ieder wat tegen zijn buurtje. 't Was dus een tulp, dat vreemde ding! Zou zij er ook bij zijn? Ze was kleiner dan één van dezen! Zie je haar soms?

In het geheele buurtje stond hij bekend onder dien naam; zijn vrouw heette: "de muziekmoffin." Hoe hun eigenlijke namen waren had men hun nooit gevraagd; in zulke omgeving kent men elkander meestal alleen bij den bijnaam, dien de een of ander spontaan uitdenkt.

Dat zou heel niet passen." 't Arme, kleine meisje kon geen ander antwoord vinden dan tranen, want zij hield veel van haar geleerd buurtje en vond 't hard hem, ter wille van de Loire-departementen en den volstrekten hoofdzin, als vriendje te moeten verliezen. Zij kon er maar niet toe besluiten zonder hem naar huis terug te keeren.

Bij Spaarndam herhaalt zich het openen van de sluis, dat alleen op het volle uur gebeurt, het belangstellend kijken naar het niet onaardig buurtje met de typische huizen, winkels en werkplaatsen en het zoeken naar het wat verborgen kerkje, waar men de grafstede kan vinden van schout Nicolaas Cruqius, die er in 1754 is overleden en naar wien, ook om hem te eeren als Opziener van Rijnland, een der groote stoomgemalen van den Haarlemmermeerpolder is genoemd, zoodat de naam vaak wordt gehoord.

Onbewust was Geerten in 't buurtje gekomen, waar Lowis woonde ... Langsheen de huizen scherend, door al de buren nageoogd, en van de joelende straatjeugd gevolgd, geraakte hij voor de deur van 't kabberdoesken ... Met groote moeite trad hij de stoep op ... stootte de deur open ... de bel relde ... Zwijmelend, van zich-af spuwend, met verdwaasde oogen stond hij midden den reeds opgefrischten vloer der gelagkamer.

"Men moet," zoo gaf het kind ten antwoord, "den goeden God gehoorzamen en alle menschen liefhebben zooals Hij." Ternauwernood had zij deze woorden gesproken, of onze geleerde vriend bevond zich weer thuis, in gezelschap van de fee en zijn verstooten buurtje, dat hem smeekend aankeek.

Het was nu bijna geheel donker; de motregen, verfijnd tot een zwoel-zwaren damp, vol muffe stankjes, kwam van alle kanten, van over den zwarten muur waar hij langs liep, en zijn pad van vastgetrapt kolengruis, van het rommelige buurtje benedendijks, en van boven uit de enorme massa's van grijsheid die daar aldoor maar hingen, ondoordringbaar en lichteloos.

De lucht was wat grijs beslagen en keek kleurloos neer op den verslagen dag. Zes jaar was ik weggeweest en nu stond ik daar, pas in Holland terug, op de plaats waaraan ik zoo vaak had gedacht, waarover ze mij in bijna iederen brief hadden geschreven. Naar Holland was ik gekomen om armoe te lijden en artikeltjes en verhaaltjes te schrijven in 't buurtje waar ik zoo lang gewoond had.

Zelfs minder ontwikkelden merken dit eigenaardige verschijnsel op, want in het buurtje, waar de vrouw met haar Oempah woonde, zeiden de menschen: "Je zou zeggen, hoe is 't mogelijk, ze leven als hond en kat, ze spelen mekaar voortdurend op d'r tabernakel en toch blijven ze samen, die moffenmuzikant en dat dikke ouwe wijf!"