Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Om hen te kunnen beluisteren slopen wij naderbij. Ik bleef onder een boom liggen, en Bruns verschool zich achter het huis. Wij hadden nog geen tijd gehad, om acht te geven op hun gesprek, toen eensklaps twee kerels kwamen, geen rafters, maar vreemden. Raadt eens wie dat waren! Maar neen, dat kunt gij onmogelijk raden. Het waren die twee Indianen, de Groote en de Jonge Beer van den Dogfish."

De tramps hoorden zeer verwonderd op van dit nieuws; zij wilden het niet gelooven. Doch zij schrikten, toen zij hoorden wat de Roodhuid aan de rafters verteld had. Toen vervolgde de kornel: "Ik zag dat de Roodhuid het vuur geheel en al uitbluschte, en toen werd er zoo zacht gesproken, dat ik niets meer verstaan kon. Ik wilde nu gaarne weg, doch moest natuurlijk op Bruns wachten.

Daarom gebood hij stilte; en toen het rumoer bedaard was, deed hij de volgende mededeeling: "Ik had juist Bruns en geen ander met mij meegenomen, omdat hij de knapste opspoorder is, of nu moet ik zeggen was. Hij heeft ook bij deze gelegenheid weer getoond, dat hij zijn roem verdiende, want zijn neus bracht ons bij de rafters."

Ik voelde aan de kleeren, dat het Bruns was, en schrikte geweldig. Hij had een steek in zijn rug, die doorgedrongen moest zijn juist in zijn hart; hij was dood. Wat kon ik doen? Ik haalde alles uit zijn zakken, nam zijn mes en zijn revolver, en liet hem liggen.

Ik wilde terugkeeren, maar Bruns verzette zich daartegen. Wij hadden verscheiden voetsporen gezien, waaruit hij de gevolgtrekking maakte, dat wij dicht bij het water der houtvlotterij waren. Hij vooronderstelde, dat wij de rafters zouden ruiken, daar zij alleen reeds vanwege de steekvliegen een vuur moesten hebben.

Eensklaps hoorde ik een gil zoo ontzettend, zoo verschrikkelijk, dat hij mij door merg en been ging. Hij kwam uit de richting van het blokhuis, waarachter Bruns zich verscholen had. Ik begon mij ongerust over hem te maken, en sloop dus daarheen. Het was zoo donker, dat ik mij op den tast voortbewegen moest. Weldra taste ik met mijn hand op een menschelijk lichaam, dat in een poel van bloed lag.

"Waar is Bruns? Waarom is die niet weerom gekomen?" "Bruns?" antwoordde de kornel, terwijl hij ging zitten. "Die komt in het geheel niet weerom; die is dood!" "Dood? Zijt gij bezeten of dol! Hoe is hij dan verongelukt? Want dood kan geen mensch hem gemaakt hebben." "Wat zijt gij een snuggere piet!" hernam de kornel, zich tot den laatsten spreker wendende.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek