Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Sedert haar broertje een paar maal in haar bijzijn verkondigd had, dat hij dokter wou worden, noemde ze hem niet anders meer en had hem nu ook, gedurende de heele wandeling naar huis, met dit groote woord vervolgd, dat zij uitsprak met haar mond zoo wijd opengesperd als zij maar kon. "Neen, ik heb er nu geen zin meer in dokter te worden," zei de arme jongen eindelijk; "ik wil bisschop worden."

Mijn broertje wil absoluut niet priaji worden en bij 't Binnenlandsch Bestuur komen, en als Mevrouw u wel eens 't een en ander van mijne brieven heeft medegedeeld, dan zal u wel weten, dat ik hier niet om treur, maar integendeel juist broertje toejuich om zijne voornemens en plannen.

Hier en daar zag men in de hoeken groote, zwarte vlekken, die schenen te leven en zich verschrikt en met snelle beweging verplaatsten. De brokken, die van den rug des olifants in den buik waren gevallen hadden de holte ervan eenigszins met puin gevuld; zoodat men er als op een vloer in gaan kon. De kleinste knaap stiet zijn broertje aan en zeide fluisterend: "'t Is hier donker."

Deze ging open, en een klein meisje, veel jonger dan het jongetje, kwam binnenhuppelen, en hare armen om zijn hals slaand en hem herhaaldelijk kussend, noemde zij hem haar "lieve, lieve broertje." "Ik kom om je naar huis te halen, lieve broertje!" zei het kind, in hare kleine handjes klappend, en zich vooroverbuigend om te lachen, "om je mee naar huis te nemen, naar huis, naar huis!"

De vader en Marleentje hoorden het en gingen naar buiten; er ging rook en vuur en vlammen op van die plek, en toen dat voorbij was, stond daar het broertje; hij nam zijn vader en Marleentje bij de hand en alle drie waren echt vergenoegd, en zij zijn in huis gegaan en zijn aan tafel gaan zitten eten.

Die kinderen hadden hem vreeselijk met hun Smaland geplaagd. Maar eigenlijk was het niet mooi om te zeggen, dat Asa, het ganzenhoedstertje, hem had geplaagd. Zij was daar veel te verstandig voor. Maar wie hem plagerige antwoorden kon geven, dat was Mads, haar broertje.

"Natuurlijk raad jij het, dat moet je voor je zusje over hebben." Dolf lachte. "Neen hoor, zoo lief ben ik niet. Vier." "Mag ik je deze vier dingetjes laten zien als bewijs, dat je getoond hebt toch wèl zoo'n lief broertje te zijn?" zei Door, Dolf vier knikkers voorhoudende. "Maar Door, wat doe jij met knikkers in je zak?" lachte Nel.

"'t Gaat nog al; maar men hoofd, men hoofd!" "Wel dat is droevig, maar je vergt je ook wat veel." "Ja, 't is mijn ambtsbezigheid; en hoe vaart zuster? Je schijnt wel wat onthutst." "Ja, dat ben ik ook, 't is niet altijd het effen wegje, broertje." Dit stuk dialoog is alleruitmuntendst!

Onwillekeurig volgen Strijkmans oogen de aangewezen richting. "Boppie?" "Wie is dat? Je broertje?" "'k Heb geen broertje, nooit gehad," antwoordt de knaap, die aanstonds daarop even fluit en met de vingers knipt. Een kort blaffen en 't slaan van Boppie's staartje tegen de beddeplank doet den ouden man verwonderd vragen: "Een hond? Dat kun je begrijpen! Ze hebben daar doodeters genoeg."

Evenwel sprak hij niet van de kwellingen die men zijn broertje aandeed. Moeder en kind mengden hun tranen. "Mijn goeie Crispin! Mijn lieve Crispin te beschuldigen! Dat is omdat we arm zijn, en wij armen moeten maar alles verdragen!" mompelde Sisa, met haar oogen vol tranen kijkende naar de tienhoy het lampje waarvan de olie opraakte. Zoo bleven ze een poos zwijgen. "Heb je al gegeten? Nee?

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek