United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een vlugge greep, een krachtige ruk, een licht knersen der botten toen keek hij mij glimlachend aan en vroeg: Nu, hoe was dat? Heerlijk. Nu, dan zijn wij klaar! Heelemaal? Neen, nu nog verbinden. Als chirurg was hij zeer zeker een flink kereltje.

Hoevele maanden toch verloopen er, voordat de roos, de schoonste onder de bloemen, zich gevormd heeft! Eerst omkleedt de doornachtige struik zich met frissche blaadjes, dan botten de knoppen uit, en ten laatste, na eene aanzienlijke tijdruimte, ontvouwt de roos zich in hare betooverende schoonheid, algemeene bewondering wekkende. Ditzelfde geldt wederom van het goede, het nuttige.

Ik vertelde haar niets van dit geschenk; ik plantte de bollen in mijn tuin; toen zij begonnen uit te botten zeide ik, dat het bloemen waren, en wachtte nu tot ik eindelijk op een mooien morgen, wanneer zij rijp waren, van de afwezigheid van vrouw Barberin gebruik zou kunnen maken om ze uit den grond te trekken en ze dan zelf te koken.

En in zijn ruwe borst, waar meer dan duizend lessen niet den minsten indruk had kunnen doen doordringen van een heerlijk genot, voelde hij een aandrang ontwaken, die hem in zijn botten en groven geest zeide, dat dit jonge meisje het schoonste was wat ooit door eenig sterveling was aanschouwd.

De man is als verjongd even als de aarde, hij is ontwaakt na een langen winterslaap. Het oude goud kan nog schitteren. Het kloeke krijgsmansgezicht ziet fier onder den driekanten hoed uit. Een merkwaardige rit! Beken borrelen op uit den grond en anemonen botten uit waar hij rijdt. Trekvogels roepen en jubelen om hem heen, om hem, den bevrijden gevangene.

Aan de Zaan heet het puntelen of priegelen, in Hollandsch en Belgisch Limburg pinkelen, terwijl de algemeene Belgische benaming anjelus-spelen is. Veel varianten biedt ook het op-de-streep-gooien met centen of knoopen, van de meet af naar een andere lijn, de schreef; België: overschieten, Limburg: steken, Zaan: botten, Friesland: opsmijten, Gelderland: pleien.

De rozen hadden driemaal gebloeid en botten voor de vierde reize; de nachten waren zoel, de vogeltjes kweelden in de bosschen. Die van Damme zegden: De winter is dood, laat ons hem verbranden. En zij maakten een grooten man met een berensnoet, een langen vlassen baard en haar van schavelingen. Zij deden hem witte kleederen aan en verbrandden hem in groote plechtigheid.

Zij maakten grooten, barschen, wreeden indruk. Wreed vooral door hun shapska's, waarop een doodskop met gekruiste botten stond geprent. De honderden toeschouwers langs de straten beefden voor die macabere doodsverschijningen. 't Was als een leger van lijken, wraakgierig uit hun graftomben opgestaan. Doch de eerste indruk verzwakte, er waren er veel en de overdaad verminderde de griezeligheid.

Ik zeg: goed is goed, en wie goed beter wil maken, zie ik voor een botten ezel aan. En, om het kort te maken, Siska blijft te huisMaar de brave man had zonder zijnen waard, of liever zonder zijne vrouw gerekend. Deze riep met gramschap: «Hola, zoo gauw niet, Van Roosemael! Het schijnt dat gij vandaag wat vele noten op uwen zang hebt. Zit maar neder en maak u geen kwaad bloed, man.

"Luiheid was de naam van haar man, Traagheid van haar dienstmaagd, Verval van haar drempel, Verdriet van haar bed, en Brand van hare gordijnen". Elvidner was het huis van haar, Met ijzren bout en muren zwaar; Wie 't zag ontzette zich, en daar Was Honger haar tot leegen disch, Begeert' een mes, heur bed Gemis, Brandende Angst richtt' aan haar feest, In botten zat er elke geest.