Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


Meneer Bollekens en zijn zoon, in het portaal van een winkeltje gedrongen, waren slechts, op gevaar van hun leven af, aan het geweld van de charge ontsnapt. Meneer Bollekens begreep er niets van, van alles wat daar zoo plotseling gebeurd was.

Meneer Bollekens vader was van zijn eerste emotie heel en al bekomen; meneer Bollekens zoon had zich kunnen overtuigen dat der knappe meid geen ongeval was overkomen; de keukenmeid, een enkel oogenblik van streek toen haar meester zijn avondmaal weigerde, was weer geheel de oude en kookte lekkerder dan ooit te voren; alles, álles in hun leven was 't zelfde gebleven en zij gingen zelfs weer geregeld met het rijtuig naar de mooie buitenplaats; niets was veranderd behalve de Rosbach, de vroeger zoo gezellige, nu kort en klein geslagen Rosbach, die met haar dicht-gespijkerde deur en ramen een droevig toonbeeld van vernieling en verlatenheid geworden was.

Meneer Bollekens was een man van vijf en zestig jaren, groot, zwaar en dik; met rood gezicht en grijze, borstelige haren. Hij had last van allerlei kwaaltjes en kwalen en koesterde zoo goed als geen vertrouwen in de bekwaamheid der doktoren, die hem toch nooit geheel genezen hadden.

Jawel, jawel, lachte de officier gemoedelijk. Daar... en hij wees door het raam. In de Rosbach? riep meneer Bollekens gansch ontsteld. Zijt gij... Jawel, jawel, lachte opnieuw de militair, ik ben de zoon van den baas uit de Rosbach: wij hebben elkaar dikwijls genoeg gezien. 't Werd plotseling kil om meneer Bollekens' hart. Wat!

Ietwat verwonderd keek meneer Bollekens senior haar aan. Ondanks al zijn brutaal aplomb van verwende eenige zoon, kostte 't Bollekens junior toch wat inspanning om aan zijn vader de list te bekennen dien hij verzonnen had, om eventueel de eer en deugd der knappe meid te redden.

Ze hebben mij gevangen genomen en mij willen fusilleeren, maar toen zij ondervonden dat ik onschuldig was, hebben ze mij weer losgelaten, antwoordde de man met holle stem. Meneer Bollekens sloeg van ontzetting de handen in elkaar en verademde. Goddank! Goddank! Goddank! herhaalde hij voortdurend. De dikke, steeds schreiende vrouw bood een stoel aan en meneer Bollekens ging zitten.

Bevend en knieknikkend daalde meneer Bollekens met hen in den kelder. Zorgvuldig werden al de flesschen geteld en op een boekje aangeteekend en vóór de dag ten einde was stond daar een militaire wagen bij het huis en een zeer groot aantal flesschen werden opgeladen, waarvoor meneer Bollekens, evenals voor het paard, nog eens een bonnetje kreeg, betaalbaar na den oorlog.

Hijgend kwam de dikke vrouw terug, met een groote kruik en twee glazen. Meneer Bollekens' oogen glommen waterig, alsof er tranen van ontroering in beefden. Met trillende vingers nam hij 't volle glas, wenkte even prosit naar den baas en dronk, met volle teugen, als een verdorstigde.

Entrez, entrez, herhaalde nog eens Bollekens junior. Ook de tweede man kwam binnen en deed de deur achter zich toe. Wij zijn hier op bevel van den Kommandant ingekwartierd, begon de eerste, op zeer beleefden toon en in volkomen duidelijk Vlaamsch. Wij hopen u niet te veel last te zullen geven: oorlog is oorlog... En hij glimlachte vriendelijk, met witte tanden onder blonde snor.

De heeren Bollekens zagen van op de straat ruwe kerels drank naar binnen hijschen, anderen vochten onder elkaar om het bemachtigen van eetwaren; en plotseling werd een volle ham naar buiten gegooid, waarop het gepeupel in wilde krioeling neerplofte en voor welks bezit het griezelig worstelde, als een bende wolven. Wat er van den baas geworden was, wist niemand.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek