Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Dat zou de heer Bollekens junior in zijn vader's huis niet dulden.

En toch: had meneer Bollekens kunnen vermoeden wat er twee dagen later te gebeuren stond, dan zou hij zeker niet gejammerd en geschreid hebben. Twee dagen later, omstreeks schemeruur, zat meneer Bollekens eenzaam in zijn bovenkamer, neerslachtig starend door het raam naar de drukte van soldaten om en bij de Rosbach, toen er bescheiden op de binnendeur werd aangeklopt.

't Was jammer, zei vader Bollekens, dat zijn schoondochter juist zulk een meid had uitgekozen, maar verder bemoeide hij zich liever niet met het geschil: hij was een man van de rust en erg bang voor onaangenaamheden met zijn zoon.

Want zij, de heeren Bollekens, hadden er wel degelijk iets op gevonden. De lekkere tonnetjes waren heimelijk 's nachts uit de Rosbach weggehaald en nu hadden de heeren Bollekens zich in hun eigen huis en voor zichzelven een soort miniatuur-Rosbachje ingericht, waar zij op hun gewone vaste uren de lekkere biertjes verorberden.

Meneer Bollekens, senior, was een rijk, rijk man. Ook meneer Bollekens, junior, was rijk, doch minder uit zichzelf, dan wel omdat zijn vader zulk een rijk, rijk man was. Meneer Bollekens, vader, was weduwnaar en meneer Bollekens, zoon, was een gescheiden man. De scheiding tusschen den zoon en zijn vrouw had plaats gehad terwille van een jeugdige dienstmaagd.

Nom de Dieu!... Nom de Dieu de nom de Dieu! raasde hij woedend in 't rijtuig terugstappend. In gestrekten draf reden zij naar de stad terug. Meneer Bollekens vader beefde akelig. Meneer Bollekens junior zat stom, met verwrongen, bleek gezicht, op zijn sigaar te bijten. Maar dat is toch niet mogelijk! riep af en toe, als in een kreet van opstand, vader Bollekens.

Hooger rees de stralende zon van hoop en verlossing in meneer Bollekens' verlicht gemoed. Maar ge blijft hier vanavond toch nog eten en slapen, niet waar? Neen, ook d

Behalve zijn prachtig stadskuis bezat de rijke, rijke meneer Bollekens ook nog een heerlijk buitenverblijf. Het rees, anderhalf uur van de stad, lieflijk wit en roze, achter schoone, stille vijvers en zacht-glooiende grasvelden, tegen een majestueuzen achtergrond van hooge boomen op.

Dat alles werd verteld en niemand wist er 't ware van. De gansche voorgevel van de Rosbach was met een planken beschot afgeslagen en een politiediender hield er streng de wacht voor. Meneer Bollekens vader had hem reeds een paar keer ondervraagd, maar de stugge man liet absoluut niets los.

Het huis, hoe groot en ruim ook, had geen geheime plaatsen, waar iemand zoo maar dag aan dag en voor hoelang misschien, kon opgeborgen blijven. Het was wanhopend; meneer Bollekens junior scheen maar geen raad te kunnen vinden, toen hij plotseling, als door openbaring, op een idee kwam, die hem den vinger, in een gebaar van wijsheid, op 't voorhoofd deed drukken. Hij had het gevonden!...

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek