Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Hakkelaar van nature, wilde hij rap spreken; doch hoe meer hij zich haastte, hoe meer hij moest niezen als een hond, die uit 't water komt. Middelerwijl wipte Uilenspiegel bollekens brood naar zijn aangezicht.

Meneer Bollekens had het dan ook reeds meer dan eens gewaagd en een aangrijpend idee gekregen der desolatie van wat eenmaal het toppunt der gezelligheid was. Was het niet wanhoopschreiend al die stukgeslagen stoelen, tafels, spiegels en dat alom gemorste, heerlijk bier, waarvan de halfgedroogde, vieze plassen nog den vloer bezoedelden?

Meneer Bollekens junior drukte zenuwachtig op het knopje der electrische schel en liet de knappe meid naar boven komen. Zij stond daar dadelijk, in donkere kleedij, met hooge kraag en slechts enkele bescheiden versierselen, als iemand die een stillen rouw draagt. Aan den middenvinger van haar rechterhand blonk een effen ronde ring: een trouwring.

Hij is naar zijn land terug, antwoordde de baas, blijkbaar gegeneerd. Naar zijn land! Is hij dan geen Belg? Wel is zijn moeder een Belgische, maar zijn vader is nog een Duitscher, al woont hij bijna op de grens, voegde de baas er als ter vergoelijking bij. Meneer Bollekens en zijn zoon werden eensklaps ernstig en stil. Hun oogen keken starend op hun bierglas en hun wenkbrauwen fronsten zich.

De andere had een meer gëeffaceerd uiterlijk, een beetje boersch en gegeneerd. 't Was vreemd, maar het gelaat van den eerste kwam den heeren Bollekens niet onbekend voor. Die blonde snor, die geestdriftige oogen, waar hadden zij die wel meer gezien? En 't eigenaardigste was, dat de man van zijn kant oolijk glimlachte, als waren ook hèm die heeren niet heelemaal vreemd.

Hij had terug willen gaan, hij voelde 't als zijn plicht terug te gaan, en toch trok een onoverkomelijke macht hem mede, de trap op, achter de dikke vrouw. Hijgend kwamen zij op een portaal, volgden een smalle, sombere gang, hielden stil vóór een deur, die de vrouw open duwde. Meneer Bollekens trad binnen.

Er werd bescheiden op de deur geklopt. Entrez! riep de zoon met een plechtige stem. De deur ging open en een grijze gedaante stond fiks, hakken bij elkaar, linkerhand langs den broeknaad, rechterhand aan rechterslaap, groetend op den drempel. Entrez, entrez, herhaalde Bollekens junior. De man kwam binnen en een tweede volgde, met precies hetzelfde manuaal.

Toen, op een ochtend, kwamen drie van zijn pachters en de tuinbaas van zijn buiten hem bezoeken. De boeren hadden geconsterneerde gezichten en de tuinman begon plotseling te snikken, toen hij meneer Bollekens zag. Wat is er gebeurd! riep meneer Bollekens hevig geschrokken. Zij vertelden het hem.

Het kontrast was aangrijpend tusschen de rijke glorie daarbuiten en de schamele bekrompenheid daarbinnen; maar het werd tragisch toen een man, dien meneer Bollekens in de schemering niet gezien had, van naast het tafeltje opstond en zijn donker silhouet tegen het nog helder raam afteekende. Meneer Bollekens herkende hem niet dadelijk.

Hij voelde zich eerst gerustgesteld toen hij weer veilig in zijn prachtig huis zat. Als die oorlog nu ook maar aan een einde kwam!... De heeren Bollekens vader en zoon volgden hartstochtelijk het nieuws in de dagbladen en daarin lazen zij van al de groote zegepralen, die de vaderlandsche troepen op de vijanden behaalden.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek