Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Iedere kneip was als een spionnen-nest vernietigd. Meneer Bollekens voelde zich het slachtoffer van een toestand waarin hij niets geen persoonlijke schuld had. Zijn gezondheid moest lijden, zijn leven moest wellicht ten onder gaan door de misdaad welke anderen bedreven hadden!
Het was een heele opschudding! De zoon dacht dat zijn vader een beroerte kreeg en snelde hem ter hulp en de knappe meid stond even als versteend van ontsteltenis, met vurige wangen en verschrikte oogen tegen het buffet gedrongen. Meneer Bollekens bedaarde, doch bleef zijn eten weigeren. Neen, het ging niet, hij kón niet. Zoo iets was in geen jaren gebeurd.
Gaat zitten, heeren, gaat zitten, zei meneer Bollekens vader, die ietwat bijgekomen was en met bevende vingers stoelen aanwees. De knappe meid, wellicht instinctief aan een dienstplichtige gewoonte gehoorzamend, was reeds opgestaan om de stoelen bij te schuiven, maar de beide officieren, overmatig beleefd, namen haar dadelijk 't werk uit de handen, bogen voor haar, excuseerden zich.
Wat al onverwachte en aangrijpende tafereelen woonden de heeren Bollekens nu voortdurend bij!
Meneer Bollekens zoon, van zijn kant, deelde, aangaande de bekoring van het buitenleven, geheel en al de zienswijze zijns vaders; en zoo gingen zij meestal samen, gemakkelijk uitgestrekt op de zachte kussens van den ietwat ouderwetschen landauwer bespannen met twee paarden, wellustig sigaren rookend en zonder inspanning genietend van het mooie weer en de gezonde, frissche buitenlucht.
Wel hielden de oorlogsberichten der couranten er aanhoudende spanning in, doch dat gebeurde nu op verren afstand en van den eigenlijken oorlog was, in de stad die meneer Bollekens bewoonde, voorloopig niets meer te bemerken. Wat was er dan ook wel veranderd? Feitelijk niets.
Er was een vrouw bij met een zuigend kind. Een kwartierken later waren ze aan den Reinaert. En het was met Charlot een gepol en lawijd gelijk een laatste oordeel. Maar daar ineens, in blauw kleed met witte bollekens, en frisch gelijk een bloem in 't veld, stond Marieken vóór haar.
Het trof meneer Bollekens vader en hij vroeg aan den wisselwachter, die bij 't seinhuisje stond: Wat scheelt er dan? Wat gebeurt er? Soldaten, meneer; massa's soldaten, die binnen moeten. De oorlog is verklaard! Meneer Bollekens en zijn zoon schokten letterlijk van hun zitplaats op. Wat! De oorlog verklaard! Zoo ineens!
Dadelijk, Marie, dadelijk! Is de man daar nog? Heeft hij ze bij zich? De oude heer stond op, had geen rust, wilde de oesters zien. Hij volgde Marie naar de deur. Papa is heelmaal opgemonterd, zei Bollekens junior tot de knappe meid. Zij gaf geen antwoord. Zij veegde met een doek het tafeltje schoon en haar mooie wenkbrauwen stonden ietwat gefronst boven haar strak vóór zich uit starende oogen.
Dadelijk stapten de heeren Bollekens haastig uit hun landauwer en gaven den koetsier bevel langs een omweg naar huis te rijden. Het was maar beter op zulke momenten niet in een rijtuig gezien te worden. Angstig door 't gedrang langsheen de huizen schuivend, geraakten zij eenige meters vooruit. Toen stonden ze weer, als vóór een levenden, dreunenden, deinenden muur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek