Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 oktober 2025


Wat was het daar aardig en hoe leek het alles anders dan het toch in werkelijkheid was! Zoo'n dorpje, zoo'n boerderijtje, waar men gewend is als voetwandelaar aan te komen en waar men ineens met zijn schuitje komt aanleggen, 't heeft iets onwezenlijks, iets geks, dat onweerstaanbaar doet glimlachen.

Midden op het dak prijkte een klein, grijs, houten torentje met een klokje. "Hoast ou, toe, goa d'r mee mejonkvreiw Anna over spreken ier dat er nog ander liefhebbers komen," had Alfons tot Rozeke gezegd, zoodra hij hoorde dat het boerderijtje zou beschikbaar komen. En op een ochtend, op haar uiterst best gekleed, trok Rozeke naar het kasteel en vroeg er om een onderhoud met jonkvrouw Anna.

De dokter had het haar moeten zeggen, de pastoor was zijn biecht komen hooren en had hem de laatste sacramenten toegediend en 't einde naderde. Haar oogen waren uitgeweend en 't laatste greintje hoop was in haar hart verbrijzeld. Dof was het in haar, dof en grauw als de doodsche, grauwe winterlucht die om het boerderijtje hing.

Elke zondag werd hem een afgepast zakgeld ter hand gesteld, waarmede hij zich trouwens tevreden stelde, en knappe dienstmeiden werden liefst op 't boerderijtje niet gehuurd.

De bevolking trok zich meer en meer in het verre gebergte terug en thans staat er nog een enkel arm boerderijtje, welks bewoners ternauwernood aan de gevreesde koortsen ontkomen. Over hen zijn 25 eeuwen heengegaan, de eeuwen van Romeinschen bloei, van ontstaan van het Christendom, van den riddertijd, van de groote revoluties en veldslagen.

'n Heel andere...! Alles leek mij plotseling geheel anders in en om het liefelijk, zoo welbekend boerderijtje. Zieneken was anders. Feelken was anders, haar man en kinderen waren voor mij onbekenden; en ikzelf voelde mij daar nu als een heel, héél oude vreemdeling geworden...! Een jonge, onbekende meid kwam binnen en hielp Zieneken den zwaren ketel van het vuur nemen.

Zij hoopte maar dat Alfons zich vergiste; het zou afschuwelijk zijn! Opnieuw was er een week verloopen. Moeder en La waren weg en op het boerderijtje ging alles geregeld zijn gewonen gang.

Belzemien en Standje, enkel met hun gedachten bezig, schreden over het boogbrugje met witte, afzakkende zijmuurtjes, volgden een eindje het kronkelpad langs den oever, duwden een laag, grijs hekje open in een haag en kwamen in den zacht-opglooienden boomgaard van hun boerderijtje.

Op het kasteel wonen nu andere menschen en ik kom er nooit meer. Zoo heb ik ook in jaren 't boerderijtje niet weêrgezien. Wat is er geworden van Zieneken, van haar ouden vader en haar oude moeder, van 't vechtlustig Feelken... ik weet het niet! Zoo nu en dan, in den loop der jaren, heb ik eraan gedacht, en telkens ook weer het verlangen gevoeld om er iets meer van te weten.

Doch gisteren, hoe of waarom juist gisteren zou ik niet kunnen verklaren, want niets bizonders gaf er eenige aanleiding toe gisteren kwam het zich eensklaps met de kracht van een obsessie aan mij opdringen... Zieneken, Feelken, de oudjes, het roze boerderijtje onder de bloeiend-opwolkende kruinen van zijn lenteboomgaardje, het sarde en kwelde alles dooreen in mijn geheugen, ik kreeg er heimwee naar, ik móést er heen.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek