Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


Thans is de kleine zuil overgebracht naar de rivier bij de woning van den administrateur. Tegenover de kerk verrijst naast een mooien bloementuin de school met een breede veranda onder witte kolommen, die een groot dak dragen van gevlochten kokosbladeren. Aan het plein staan eenige bungalows met strooien daken, dan kleine winkeltjes en eenige tuinen, waarboven hooge palmen wuiven.

Die hiervan en ook van alle andere zaken op den tuin en de planten betrekking hebbende meer uitvoerige bijzonderheden wil weten, verwijs ik naar mijn Handboek voor den Bloementuin, waarin al deze onderwerpen, ook voor grootere tuinen, uitvoerig behandeld zijn. Ze bloeit reeds vroeg in den zomer zeer mild, deze met blauwe bloemen in alle nuancen, andere rose, weer andere wit.

Met de bedrevenheid en het geduld, dat hun aard kenmerkt, hebben de Mooren het water der rivier in kleine kanalen en stroompjes weten te verdeelen, die de oppervlakte van den bodem besproeien en geen duim gronds dor of onvruchtbaar laten. De bergen zijn bedekt met oofttuinen en wijngaarden, het dal is een bloementuin, en in de vlakte golft in den wind het graan, dat een rijken oogst belooft.

Deze Parsees zijn Zoroasters, zij aanbidden zon, maan, aarde, lucht en vuur. In hun tempels, waarin niemand, die geen Parsee is, wordt toegelaten, brandt eeuwig een vuur. Dat vuur aanbidden zij, zooals zij buiten den tempel zon en maan, aarde en lucht aanbidden. Zij zijn van meening, dat zij hunne dooden niet kunnen begraven, omdat zij dan de aarde verontreinigen zullen; door ze te verbranden, ontheiligen zij 't vuur en zoo hebben zij er wat anders op bedacht. Maar laat mij den lezer langzaam op het komende voorbereiden. Het rijtuig bracht ons langzaam een mooi begroeiden heuvel op, vanwaar wij een prachtig uitzicht op de zee en op de stad onder ons hadden. Voor een poort gekomen, hield de koetsier halt en wees ons naar binnen te gaan. Nadat wij onze introductie vertoond hadden, gingen wij een eind door een prachtige allee met in bloei staande boomen en kwamen toen in een wondervollen bloementuin. Een intelligente man, daarvoor waarschijnlijk aangewezen, ging met ons rond en wees ons op al het schoone, vooral op de zeer mooie vergezichten, die men op menige plek genieten kan. Het eenige wat in dezen tuin hinderde, was het onophoudelijk gekrijsch van de honderden roofvogels boven ons. Wij mochten niet verder gaan dan tot op een zekere plek, "de Vaarwelhoek" genaamd. Niemand mag dien hoek overschrijden, ook de Parsees niet. Alleen de wachters van de torens, "de Torens van Stilzwijgen", hebben daartoe het recht. Die torens van stilzwijgen waren van die plek geheel te zien. Er zijn er vijf. Het zijn ronde, tien

Er is nog lang niet genoeg partij getrokken van al het mooie, dat men hier voor het grijpen heeft. De pleinen zijn te kaal...." »De Zwijger...." »Pardon.... Mag ik nog even voortgaan? De Zwijger staat op het Plein, maar wat zou men niet met dat Plein kunnen doen! Men moest de steenen opbreken, het terrein verhoogen en er een heerlijken bloementuin aanleggen!

Eerst keek hij nog telkens om naar den verlaten knaap, maar de angst over het lot der zijnen deed hem al spoedig zijne schreden verhaasten. Toen Marten alleen was, ging hij over tot eene droevige daad. Achter de hoeve lag een bloementuin, waarin een paar mooie, groote struikrozen bloeiden. Die rozen waren de lievelingsbloemen zijner moeder geweest. Onder die struiken dolf hij een graf.

Nu neemt men plaats in de gezellige, prettige kamer, waarvan de openslaande deuren uitkomen op een werkelijk prachtigen bloementuin.

En de toeschouwer bij de poorten der bijenstad, wendt zich om en gaat op zijn schreden terug door den ouderwetschen bloementuin, vol van de wonderen, die hij zag; maar niet bevredigd; want hij voelt zijn nieuwsgierigheid duizendmaal sterker geprikkeld naar dat, wat hem zoo onverbiddelijk onthouden werd: een kijk in de wereld achter die plagende strooien wanden.

Aan het open raam, dat op den tuin uitzag, zat de huisvrouw en naaide blauwe strikken op een wit kleed, dat haar Lise op het feest moest dragen; zij wenkte haren man, die juist binnenkwam, en wees hem de beide gestalten in den bloementuin.

De gelagkamer werd dan voor hem een zuidelijken bloementuin; druiven en olijven hingen boven zijn hoofd; marmeren beelden blonken tusschen 't donkere loof; philosofen en dichters wandelden onder palmen en platanen. Neen, hij, de predikant daar op den preekstoel, wist, dat zonder brandewijn het leven in die streken niet uit te houden was.

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek