Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Toen liep hij door, eerst langzaam, dralend, telkens omkijkend, maar toen weer gewoon en zelfs sneller om den verbeuzelden tijd in te halen; hij had 't plannetje nu in-eens heelemaal uit zijn hoofd gezet, wat hem dadelijk lichter maakte, opgewekt zelfs, als was hij ontslagen van een drukkende verplichting. Gebrek aan tijd was een heel soliede motief tegenover zijn plagende zelf.
Daarna vlocht zij het zware, bruine haar samen en kamde haar pony uit. Zoo, zoo ben je veel liever, hoor! Komt kinderen, wie klaar is, gaat naar beneden! kwam Truus, eenigszins bedaard, aan de deur commandeeren; en Jet rende woedend de twee plagende jongens achterna, de trappen af... Die Eline met Tina! fluisterde de oude mevrouw later, tot Truus. Je had het moeten zien. Het was net een plaatje.
En de toeschouwer bij de poorten der bijenstad, wendt zich om en gaat op zijn schreden terug door den ouderwetschen bloementuin, vol van de wonderen, die hij zag; maar niet bevredigd; want hij voelt zijn nieuwsgierigheid duizendmaal sterker geprikkeld naar dat, wat hem zoo onverbiddelijk onthouden werd: een kijk in de wereld achter die plagende strooien wanden.
Met dezelfde, nu eens liefkoozende, dan weer spottend plagende naïeveteit herhaalden zij strophe voor strophe die onsterfelijke ode, waarin Horatius en Lydia met zooveel gratie en bekoorlijkheid de heerlijkheid van hun nieuwe liefde bezingen en ten slotte aan hun oude liefde een postscriptum toevoegen.
Neen, dominus, spotte de eerste "paraziet", die ook in het leven zich had aangewend geestig te zijn; wees maar niet bang: gestolen voor een tweede maal zullen de mooie tweelingetjes niet worden! De geheele caterva lachte om de grap, den dominus plagende, dat hij zeker wel, jaren her, de "mooie tweelingetjes" kon gestolen hebben.
»Gij hieldt ze wijd genoeg open, want uwe opgetogene ontboezeming bewees, dat het gezang van den vogel diep in uw hart was gedrongen!" hernam Araspes plagende. »Genoeg!" riep Darius, dien deze scherts verdroot. »Onvoorzichtige," fluisterde nu de oude den jongeling toe, »nu hebt gij u zelven verraden! Waart gij niet verliefd, zoo zoudt gij lachen in plaats van dus op te vliegen.
Ze stak gauw de kaars aan, wilde 't plagende toontje van dien middag nog houden: "Wat scheelt er aan, freule? Wie heeft uw misnoegen opgewekt?" "O, Go, ik ben weer zoo akelig, en ik heb zoo naar gedroomd. Ik gloei heelemaal, en m'n beenen, m'n beenen...." "Kom, die vervelen zich in bed, je moest ze maar 's wat te doen geven, kom er uit, luie meid." "Nee, ik kan niet; ik ben ellendig."
In-eens begreep hij zelf niet waardoor hij eigenlijk zoo landerig was geworden; hij begon weer opgewekt te praten met dat dol danslustige, echt jong-vroolijke kostschoolmeisje. Na den dans bleef hij nog wat bij haar zitten, haar levendig al-maar-door gebabbel aanmoedigend met een uitroepje of een paar plagende woorden, zich bewuivend met haar waaier.
Laat mij vóór je loopen! fluisterde Georges, en hij fluisterde het zoo zacht en gleed zoo behendig vooruit, dat de anderen het in plagende vroolijkheid over Lili's klacht niet bespeurden. Zij beiden bleven een weinig achter en Lili ging glimlachend het laatst, terwijl Georges de takken zoo lang tegenhield, tot zij haar niet meer in het gelaat konden zwiepen. Laat ze maar lachen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek