United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu straalt voor ons over dien tijd de hooge, waardige ernst en de diepe vrede van Van Eyck en Memlinc; die wereld van vijf eeuwen her schijnt ons vervuld met een helderen glans van eenvoudige blijheid, een schat van innigheid. Ons beeld ervan is van woest en donker vredig en sereen geworden.

Die oogen stralend van genegenheid tot u, dat voorhoofd waarop de mismoed nog geene rimpelen heeft gegraven, die mond u toelachend van dankbaarheid, zullen zij u niet meer verheugen dan het grimmig doodshoofd, waarop gij jaren lang hebt gestaard? Ach, aanvaard het leven, dat u overblijft. De bloemen des moeds en der blijheid zullen voor uwe voeten ontschieten bij elken stap.

Wat mogen wij anders verwachten van den man voor wien "klaar en duidelijk begrijpen" het hoogste was? Maar zij zijn nuchter, koel en klaar als een ijle dageraad in vroege lente, wanneer heel de natuur is als een stille glimlach van rustig-zekere verwachting, zij zijn van een schoonheid even verheven, een blijheid even zuiver en een innigheid even wonderbaar teer.

Bij 't hek van haar tuintje bleef ze weer staan en ze zeiden elkaar goeden dag. "Tot weerziens, juffrouw Tadingh," zei hij op vroolijk-hartelijken toon, "'k ben blij dat ik u weer 's ontmoet heb." En toen lachte ze even, een korten, gul-gelukkigen lach, en keek hem weer aan met dien blik van kinderlijke blijheid.

Daar nu alle zaken goed zijn welke de deelen van het Lichaam helpen bij het vervullen van hun taak en de Blijheid hierin bestaat dat 's menschen macht, zoowel naar den Geest als naar het Lichaam, wordt bevorderd of vermeerderd, is dus alles wat Blijheid schenkt goed.

Derhalve steunt het beeld eener zaak, welke het bestaan van wat de Geest haat uitsluit, dit streven van den Geest; d.w.z. Opmerking St. XI v.d. Wie zich dus voorstelt dat iets wat hij haat te niet gaat, zal zich verblijden. H.t.b.w. Stelling XXI. Bewijs. XIX v.d. Maar Blijheid onderstelt het bestaan van iets dat blijde is en dat wel te meer naarmate de aandoening van Blijheid sterker is.

Lang ontdekte hij niets op de kalme oppervlakte van het water. De zeevogels daalden neer op de golven, de visschen spartelden heen en weer in onverstoorde dartelheid en de wolken gingen, als in vredige bedevaart, door de blauwe lucht; de geheele natuur was in die liefelijke rust verzonken die het menschenhart tot een weemoedige blijheid stemt.

Verheuging vervolgens is Blijheid, opgewekt door het beeld eener verleden zaak, omtrent welker afloop wij twijfelden. Spijt eindelijk is een Droefheid, tegenovergesteld aan Verheuging. Stelling XIX. Wie zich voorstelt dat iets wat hij liefheeft, te niet gaat, zal zich bedroeven; daarentegen zal hij zich verheugen bij de gedachte dat het behouden blijft. Bewijs. St. XII v.d. Opmerking St. XIII v.d.

Een kleine en altijd heldre bron van glinsterende blijheid, verberg ik diep, en nooit verwon mij 't leed, als ik maar woonen kon, gerust, in haar nabijheid. Doch 't wilde leeven lokt mij uit dan kamp en lijd ik deerlijk, tot ik weer hoor haar zacht geluid en als een bruidegom zijn bruid haar wéérvind, schoon en heerlijk.

Waarom? Je hebt het gezicht van een prins!... Ben je erg ziek? Ik weet het zelf niet. Misschien wel. Zou het mogelijk zijn dat je dood ging? Ik weet het niet.... Misschien wel. Vóórdat je weer in je kasteel bent? Misschien wel! Allerlei indrukken volgden elkaar op, in het gezichtje van het kind: angst, droefheid, verwondering, en eindelijk een geheimzinnige blijheid.