Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
"Op dit lint sloeg het opperhoofd geen acht. Wist hij wel, dat zijn vrouw er ooit zoo een had bezeten? "'Ik heb niemand gezien, antwoordde een tweede. "'Geen spoor, zeide een derde. "En allen verklaarden achtereenvolgens hetzelfde. "'Laat ons nog eens zoeken! riep de echtgenoot uit. 'Wij moeten haar dood of levend terugvinden. Komaan! Op weg! Ons geluk hangt er van af.
"Wat sta je door te slaan, Willem; en om je te beschamen, moet ik je zeggen, dat mijne moeder, die wel stille huiselijke deugden, maar geen greintje geboortetrots heeft bezeten, juist in de uitdrukking van de oogen, in den fellen hooghartigen blik, de gelijkenis meende te hebben gevonden."
Zij scheen niet meer heel jong te zijn, maar kon toch nog lang niet voor oud doorgaan; iets wat zij ook geenszins scheen te ambiëren. De schoonheid, die zij misschien vroeger bezeten had, was haar een weinig ontrouw geworden; maar levendigheid en gratie hadden haar nog niet verlaten.
"Brian De Bois-Guilbert," zei de Grootmeester, "gij hoort de vraag, waarop onze broeder van Goodalricke begeert, dat gij antwoorden zult. Ik beveel u hem bescheid te geven." Bois-Guilbert wendde het hoofd naar den Grootmeester, toen hij dus aangesproken werd, en bewaarde het stilzwijgen! "Hij is door den duivel der sprakeloosheid bezeten!" zei de Grootmeester. "Wijk, Satanas!
Ja, dat was groot, dat was groot, dat stond vast in den dag en in den nacht. En met een opkomend gevoel van kracht boog hij toen de armen vooruit, haalde de longen vol, zijn mond ging open, en toen in eens drong de deun die hem bezeten had, dien ganschen langen en bangen nacht, als een galm van onvernietigbaar leven over zijn lippen en midden op den Dam zong hij: «Wij gaan niet dood."
Ook het stichten der Sloten van Poederoyen, van Brakel, en van Aelst wordt aan Boudewijn van Heusden toegeschreven; waaruit men zoû moeten opmaken, dat hy, ook elders dan in het eigentlijke Land van Heusden, Heerlijkheden bezeten heeft.
Maoeki landde in Port Adams met een rijkdom van geweren en tabak zooals nog geen man vóór hem ooit bezeten had. Maar hij bleef daar niet. Hij had het hoofd van een blanke genomen, en alleen het oerwoud kon hem beschermen. Dus ging hij terug naar de boschdorpen, waar hij den ouden Fanfoa en een half dozijn van de voornaamste aanvoerders dood schoot en zich zelf opperhoofd maakte van al de dorpen.
Zou zij misschien willen ruilen met één enkelen van die menschen, die zij zoo dikwijls tegenkwam, die zich nooit gedragen hadden gevoeld op den rug van de allerhoogste golven en zich nooit in wanhoop op den diepen bodem der zee hadden voelen neergeworpen? Was zij niet rijk, schatrijk in het bewustzijn, dat zij bezeten had en nog bezat en eeuwig bezitten zou: een groote, heele liefde?
Ook te midden dier martelingen legde Geraerts eene zoo buitengewone standvastigheid aan den dag, dat zijne beulen hem door den duivel bezeten waanden, eindelijk liet hij zich toch eene bekentenis afpersen; hij verhaalde zijne onderhandelingen met den Jezuïet te Trier, met pater Géry en met den heer van Assonleville, welke wij onzen lezers reeds meegedeeld hebben.
De Keizer zal niet verschijnen, hoorde ik, zeide Frontinus; Domitianus is ziek.... Hij moet gisteren, na den moord op Nigrina, als bezeten geweest zijn; hij houdt zich verborgen.... Gegroet, Quintilianus; gegroet, Tacitus! De Keizer? Neen, de Keizer zal niet verschijnen, verzekerden Tacitus en Quintilianus.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek