Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Dat zal de pier wel weten, die is hier te huis. 'Kom, wijs ons den weg! zei Pluizer. Langzaam schoof de aardworm het geringde lijf tot bij den zwarten wand en betastte dien zoekend. Johannes zag, dat het hout was. Hier en daar was het tot bruinachtige stof vervallen. Daar boorde de worm zich in, en het lange, lenige lijf gleed in drie tusschenpoozen weg.
Het was donker, druilerig weer en zij had geen neiging gevoeld lang op het dek te blijven, waar de fijne motregen haar huiveren deed. Anna had haar taschje gevuld met "allerlei, waarin je zeker wel trek krijgen zult," en soms betastte zij het eens even; het was haar net of Anna daardoor weer wat dichter in haar nabijheid was.
Maar de kleine wilde niet groeien, want het was maar een gemeene slak; doch de oudjes, inzonderheid de pleegmoeder, meenden wel te merken, dat hij toch grooter werd. En zij verzocht den pleegvader, als hij dit niet kon zien, toch eens aan het kleine slakkehuisje te willen voelen; nu betastte hij dit en vond, dat zijn vrouw gelijk had. Op zekeren, dag regende het geducht.
Bij de hevige pogingen, die het dier deed om te vluchten, krabde het mij een weinig met zijne achterpooten en ook met de spoor; hoe hard ik het echter betastte, het stak mij volstrekt niet met opzet.
Reeds poogden de eerste zonnestralen heen te boren door de dichte gordijnen voor de vensters van het vertrek, waarin de Egyptische nederlag, toen Nebenchari nog altijd aan hare stervenssponde neerzat. Nu eens betastte hij haar pols, dan weêr bestreek hij haar voorhoofd en hare borst met geurige zalven, om daarna gedurende eene korte poos voor zich te staren.
En zij ging rond; zij wist immers wel, dat zij niet alleen was! Er moest iemant zijn. Langzaam vorschte zij door de kamer, schichtig voorover-buigend in de hoeken en boven de meubels, meenende er een menschengedaante uit te zullen zien opdoemen. Maar er was niemant. Zij betastte de stoelen en de tafel, maar de stoelen en de tafel drongen pijnlijk hun harde levenloosheid in haar vingers.
Ze deed nu hare vingeren loopen over zijne schouders, over zijn rug; ze betastte zijn boordje, raakte lichtelijk zijn haar, omlijnde met haar duim de randen van zijn oor. Ze gebood blij-zingend: Sta geheel lang-uit recht, dat ik uwe lengte meet. Waarom wendt ge altijd uw gezicht af? Ze hief haren arm op en mat hem. Ze wilde nu zijne hand hebben en ze overjeukte haar met hare zachte nageltjes.
Alleen verstuiking, antwoordde ik. Steek uw tong uit! Dat was nu nog mooier! Maar ik deed wat hij vroeg en stak mijn tong uit. Hij bekeek en betastte dien, schoof hem naar links en naar rechts, en merkte toen hoofschuddend op: Een gevaarlijke verstuiking! Neen, slechts een lichte! Stil! Ik zie het aan de tong. Wanneer is het gebeurd? Drie, hoogstens vier uur geleden!
Vinie, met zijn hoofd diep tusschen de bochelachtige schouders, piepoogde onder zijne groote pet, neep den mispelaar tusschen de vingers en stapte rond de koe, mat hare gestalte aan de kin, betastte heupen, pooten en rug en balg en ging weer al den overkant.
Hij betastte de zijden gordijnen, die om zijn bed hingen, het rijk geborduurde kamizool, waarmede hij was gekleed, de fijne lakens, die hem dekten, het vorstelijk hemd. Hij nam de muts en bekeek ze van onder tot boven. Hij rook aan zijn handen, en schudde zijn hoofd. "Heer graaf? Ik ruik er wel naar." "De maarschalk van Bourgondië vroeg met ernstig-verwijtende stem: "Herkent gij ons niet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek