United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bodem bestond uit een onvruchtbare harde tufachtige grondsoort, welke men in Zuid-Celebes zooveel aantreft in de zône tusschen de kustvlakte en het bergland. Na 10 paal afgelegd te hebben hielden we een korte rust op een beschaduwde plek bij een klein gehucht, Djodjolo genaamd, een plaats genoemd in bijna alle processtukken in zaken van veediefstallen.

Wij kunnen ons de zorgvuldig geschoren priesters voorstellen, die een toevlucht zochten in de dicht beschaduwde gangen, om zich tegen de gloeiende Egyptische zon beschutten. Zonder eenigen twijfel vond de ka van Shepseskaf de schaduw van zijn begraafplaats aangenaam genoeg, wanneer hij met zijn mummie het damspel beoefende in zijn ontoegankelijke vertrekken.

Des winters verlangt zij een temperatuur van 45°-50° Fahr.; zij verdraagt echter zeer goed de temperatuur van een niet te warm woonvertrek, en wordt liefst op een eenigszins beschaduwde plek gezet. De voortkweeking geschiedt gemakkelijk door verdeeling der moederplant. Staat zij op een vochtige plaats, dan maken de scheuten reeds wortel, wanneer zij nog aan de moederplant zitten.

Bijna al die beeken en riviertjes vormen zoo, van afstand tot afstand, liefelijke, wel beschaduwde kommen, die u uitlokken tot het nemen van een verfrisschend en weldadig bad. Terugkomende, vond ik de tafel gereed onder de veranda voor het huis.

De liefde ontvlamde in zijn hart en ook in Hildegonda's reine ziel wierp zij haar verterend vuur, en op een dag de schemering spon reeds zilveren draden over de met linden beschaduwde bank liet zij hand in hand, oog in oog en mond op mond rusten en omzweefde juichend, als een zegevierende koningin, hen, die ze verbonden had.

Wouter kwam zegevierend met den brief aanloopen op 't kantoor waar-i 't eerwaardig sanhedrin van z'n patroons reeds vergaderd vond, Pompile meegerekend die, na 't overseinen van Wouter's geloofsbrieven, zich gehaast had de gemeene steeg te verlaten, welker duisterheid gewoonlyk het geknoei met die brieven medeplichtig beschaduwde.

De hemel was gevaagd blaauw, helder, en azurig, En Febus zag in zee zijn spiegelstralen vurig, Het weder loech elk toe, men hoorde geen geruisch; Zefyrus nu verblies een golfjen met gedruisch, De schepen lagen stil, dat nu Neptunus' gilden Voor 't windelooze weêr een zeil uitspannen wilden, 't Gespan van mijne koets den breidel gaf gehoor, En telden, zoo het scheen, hun stappen op het spoor, Als op het onverzienst het meer bestond te bruischen, Dat geene kielen zich naar 't roer en lieten kruisen , De sture Boreas begon fluks uit de zee 't Grijsschuimig baargebergt' te brengen op de ree, De hemel werd bekleed met droeve duist're wolken, En 't voorhoofd van de lucht omstort met zwarte kolken; Een donker nachtzeil blind beschaduwde den dag, Dat 't licht alzins verdween; of, zoo men schijnsel zag, Was 't bliksem-wederlicht, dat met een slinksch geflikker Jupijn van boven wierp, met eiselijk geklikker, De donder dreunde met een dommelig geklak, Dat Sirt, klip, rots, en strand Neptunus' gramschap brak, Die met zijn gaffel scheen den hemel te beklemmen, En weder 't firmament in 't Roode diep te zwemmen; De Tritons trompten op hun groote waterschulp, Dat ieder Palinuur de Goden riep om hulp, De schepen stegen op genade naar de polen En hadden 't wijscompas en 't roer den wind bevolen.

De schoolgebouwen lagen op het vaste land, vlak over het kasteel, op groene, beschaduwde velden, maar ze mocht vrij door 't park zwerven, als ze tijd en lust had. Ze vond, dat ze nog nooit geweten had, hoe heerlijk de zomer was, vóór ze dien had mogen genieten op zoo'n mooie plaats. 't Was niet zoo, dat er een groote verandering met haar gebeurde.

Stil, fluisterde de kikker, daar komt de Man van gisteren avond! , wat loopt hij hard! Zeker weer veel te doen! En de kikker grinnikte zachtjes voor zich heen. De Man kwam aan. Hoog kwam hij aan over het beschaduwde zandpad, en zijn bruin hoofd was gebogen. Hij ging voorbij. Man!... Man!... Man!... riep 't viooltje weer, zoo hard ze kon. De man bleef staan.

't Is intusschen drukkend warm; de zon brandt op de stoffige en te weinig beschaduwde straten der hoofdstad van Manitoba. Om geen zonnesteek te krijgen, verschuil ik mij dan ook maar in een hôtel bij 't station. Maar om een glas bier machtig te worden, moet ik een krijgslist gebruiken. Van buiten gezien schijnt de bar gesloten, en werkelijk is de straatdeur dan ook hermetisch dicht.