United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ach, zoo jong, zoo in de kracht van 't leven!" herhaalt de oude nog eens; en, het oogenblik kwam hem weer levendig voor den geest, toen hij nog zoo kort geleden, dien goeden dokter als bruigom, met bloemen en linten aan 't tuig, mocht rijden, en hem benijdde omdat hij al spoedig het graf zou zien van den grooten Keizer die de heele wereld verwon....

Zooiets viel echt in haar smaak, en het duurde niet lang, of zij begon de manieren en gesprekken van haar nieuwe omgeving na te volgen, nam kleine airs en gewoonten aan, gebruikte Fransche woorden, crêpeerde haar haar, nam haar japonnen in, en praatte zoo goed ze kon mee over de modes. Hoe meer ze zag van Annie Moffat's mooie dingen, hoe meer ze haar benijdde en smachtte naar rijkdom.

Als ik Arthur aanzag, die bleek en roerloos op zijne plank lag uitgestrekt, hoe dikwijls had ik hem dan zijn geluk benijd, ik, die zoo gezond en sterk was. Niet de weelde, waarin hij leefde, benijdde ik hem, zijn boeken, noch zijn fraai speelgoed, noch zijn schip, maar de liefde, die zijn moeder hem betoonde.

Het overige is je aanbevolen, Mosje! dat's net een kolfje naar je hand; toon ons eens wat je kunt, mijn brave, het zal je niet berouwen, mijnheer hier zal het goed met je maken." Mosje antwoordde niet, maar nam Frits opnieuw in oogenschouw met een scherpen, naijverigen blik, als benijdde hij dezen al zijne voorrechten.

Ik benijdde de kalmte van mijn medereizigers: de slaperige moeheid van de werklieden, de zorgelooze jool der ietwat aangeschoten jongelui, de starende rust van den man in den hoek met de donkere snor en de peinzende oogen. De tram hield op. Ik schrikte, machinaal. De conducteur riep een naam en de vroolijke jongelui stapten licht-waggelend uit.

Maar wie geeft u en uws gelijken het recht alles dooreen te warren en over jongelingsgenoegens met een mannenhoofd te redeneeren, alsof niet ieder wijs man den jongeling zijne genoegens benijdde!

Wronsky, ofschoon hij voor den schilder partij trok, gaf in den grond zijn vriend gelijk, want naar zijn eigenlijke overtuiging, vond hij het zeer natuurlijk, dat een persoon in een ondergeschikten positie hem benijdde.

Ja, uw valsche vader wist, dat ik eene Dahlia had, gelijk er geene in honderd uren in het rond is. Dit benijdde hij weer, omdat hij wel kon denken, dat ik dit jaar de medaille zou winnen.... Maar, o schelmerij! En wat is er geschied? Zie, ik kan mijne gramschap niet bedwingen.... DE VROUW. Welnu, wat is er geschied, zageman? DE MAN, met droefheid. Wat er geschied is! Luister, wat verraderij!

Misgeschoten?" riep Oblonsky, die door den rook niet kon zien. "Daar is hij," zeide Lewin op Laska wijzend, die met gespitste ooren en kwispelstaartend langzaam met afgemeten schreden, als wilde hij het genot verlengen, zijn meester de doode snip kwam brengen. "Nu, het verheugt mij, dat het je gelukt is," voegde hij er bij, en toch benijdde hij Oblonsky, die hem voor geweest was.

O, het kon die mooie, gelukkige vogels niet vergeten; en zoodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op den grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf. Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen; maar toch liep het er hoog mee, zooals het nog nooit ergens mee gedaan had. Het benijdde ze volstrekt niet.