Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Doch Chester is niet de man om te droomen, als hij in de gelegenheid is, zijn beminde te omhelzen. Hij staat slechts een oogenblik stil, om er over na te denken, hoe hij den schok kan voorkomen, dien het zien van een dood gewaande haar zou kunnen geven.
Maar om geen tijd te verliezen, want hij verlangt naar zijn beminde en ook naar zijn maaltijd, borstelt de jonge man alle sporen van de reis van zich af en bedient zich daarna van zachter handdoeken, dan hij ooit in zijn gespierde handen heeft gehad.
Deze avond heeft mij geleerd dat het leven de belofte die het mij deed, gehouden heeft. Doch ook anderen zal het vergund zijn de schitterendste van alle Koninginnen, de vurigst beminde van alle vrouwen, gaarne te gedenken.
Hartelijk beminde hem de Baron, die geen onderscheid maakte tusschen hem en de kleine Ulrica. Ook de huisgenooten van Joan zoowel als de dorpsbewoners hadden hem lief: want hij was beleefd, gul en dienstvaardig jegens allen.
Marius beminde een vrouw. Zijn lot trad het onbekende in. De blik der vrouw gelijkt aan schijnbaar zeer kalme, maar toch geduchte raderwerken. Men gaat ze dagelijks bedaard en ongedeerd voorbij, zonder iets te vreezen. Zelfs vergeet men soms, dat zij er zijn. Men gaat peinzend, schertsend, lachend heen en weder. Maar eensklaps voelt men zich gegrepen! 't Is gedaan!
En dat is mijn weg." »O kind, eens was dat anders! Zij beminde Marcus Antonius met hartstochtelijken gloed. Hij was voor haar de eerste man op aarde, en toch boog hij zich voor de overmacht van haar wil.
Een groot mes!.... De Saloc grijpt mij bij het haar en rukt mijn hoofd achterover: hij gaat mij de keel afsnijden. Ramp, ramp, het is gedaan met mij: ik voel het ijskoude staal in mijn vleesch dringen.... maar nu breekt mijne stem los en ik schreeuw met reuzenkracht: "Hulp, hulp! moord, moord!" Eene bekende, eene beminde stem roept aan mijn oor: "Jan, Jan, wat hebt gij?
De lente onzer liefde was aan mij, doch de zomer aan hem; de herfst zal grauw zijn; weldra komt de winter en die zal mijn trouwe liefde begraven. Gij weent, zeide zij. Ja, sprak hij, wat voorbij is, komt nimmer terug. Toen zei Nele: Als Kalleken trouw was, moest zij u weer alleen laten om uw leelijke woorden. Hij weet niet hoezeer ik hem altoos beminde, zei Kalleken.
Intusschen liep 't beminde dichtertje kalmpjes als een net burgerheertje zijn wegje af naar z'n graf en op 't Damrak en op 't Rokin en in heel Amsterdam en overal ging 't verkeer z'n gang, alsof er aan 't dichtertje niets gelegen was.
Een droefgeestige zwaarmoedigheid omving haar als met een nevel en zij vroeg zichzelve af, waarom zij leefde, zoo zij toch niet gelukkig kon wezen. Om haar onbestemde smart een bepaalden vorm te geven zocht zij naar grieven en stapelde ze opeen; zij had behoefte aan liefde en er was niemand, die haar beminde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek