Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 oktober 2025


Het scheen hem thans onmogelijk toe, dat bekoorlijke kind, hetwelk hij beminde en dat hem wederkeerig liefhad, zoo zonder voorbereiding, zoo zonder uitstel te verlaten. En dat zij hem liefhad, dat was maar al te zichtbaar. Ongetwijfeld, zij was onder den invloed eener oprechte en diepgewortelde genegenheid.

Bedoelt zij »de zee"? Is het »de bittere" wind? vraagt hij daarna, maar zij is het die de derde betekenis noemen moet: het is »de liefde". »Mijn beminde, zo is het ook mij gegaan," zegt hij dan. Het is zeker een vrij oud spel over die woorden, waarschijnlik al uit 't Latijn.

Wronsky bezwoer haar kalm te worden en verzekerde plechtig, dat er ook niet een schaduw van grond voor haar ijverzucht bestond, dat hij nimmer had opgehouden en nimmer zou ophouden haar te beminnen en dat hij haar nu meer dan ooit beminde. "Anna, waarom je zelf en mij zoo te kwellen?" zeide hij en kuste haar handen.

En ziende, dat hij alleen was gebleven zonder de gezellin, die hij het meest beminde, nam hij zich voor niet meer van deze wereld te zijn maar zich te wijden aan den dienst van God en hetzelfde te doen met zijn kleinen zoon.

O, wonderbare gedaanteverwisseling! Stel u de oogen van Hermoine voor, als zij ziet, dat gij leeft. O God! kon ik slechts mijn beminde in de oogen zien, die zich dáár bevindt," en Oliver wijst in de richting van Haarlem. "Guido, help mij, om haar te redden."

In het tegenwoordig gezelschap echter, vertoonde zich Richard in het voordeeligst licht. Hij was vroolijk, goed geluimd, en beminde de dapperheid, in welken stand hij ze ook vond.

Zoo verijdelde de wreede slag van het lot uwe lessen en uwe moeite, zoo vernietigde hij uwe zoetste hoop, zoo doodde hij het zaad des vernufts, dat gij in zijnen schedel deedt ontkiemen. O, ween bij dit graf: uw beminde kunstzoon is niet meer!

Ik hoor dien lach en zilv’ren woorden heden; Hen kende ik twintig jaar in luttel dagen.... De borst zwelt, bij ’t herdenken, van behagen, Dat liefde en schoonheid mij haar minnen deden. Zij heeft gevoeld, hoe anders ik beminde, Dan honderd, die zich smeekend voor haar bogen; Mijn eerbied eerde ze als een welgezinde.

Wat was er overgebleven van al de wijsheid, die hij toch aangehoord had uit beminde monden? Gezegden veel, die beelden opriepen.... maar wat al woorden waren niet voorbijgegaan.

De namen van den minnaar, de beminde en de moeders hebben wij ter wille van de grootere levendigheid zelf er in gevoegd; in den tekst staat N.N. Dat men bij eene bezwering den naam van de moeder en niet dan bij uitzondering dien van den vader noemt, zal wel een overleefsel zijn van het z.g. moederrecht, d.w.z. de gewoonte om de afstamming naar de moeder, in plaats van, zooals thans, naar den vader, te bepalen.

Woord Van De Dag

blindengesticht

Anderen Op Zoek