Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Bekommer je dáárover niet! Vader brengt altyd alles terecht. Kom maar mee... Nog in de gang bleef Wouter eensklaps staan. Hy wenkte Sietske, bracht haar terug voor 't portret in de zykamer, en vroeg: Sietske, zeg me, wie is dat? Wel, 'n over- over- over-grootmoeder van ons. Maar 't lykt op... Op Femke? Wel zeker! Op my ook! We lyken allemaal op elkaar.
Het smart mij, dat ik op het oogenblik buiten de gelegenheid ben om den waardigen Abt een gezelschap overeenkomstig zijn stand te bezorgen; maar al de geestelijke Heeren zijn met de Gravin uit rijden." "Bekommer u deswege niet," zeide de Abt: "ik zie gaarne een goed schot."
Ik heb met hen in hunne legerplaatsen verkeerd, ik ken hen! O zoo, zeide Simonides. Welnu, gij zult de aanvoerder zijn van de legioenen des Konings, en uit millioenen kunnen kiezen. Millioenen? Bekommer u niet over zijne macht, zeide de grijsaard nadenkend. Gij steldet u zooeven den koning voor, komende tot het zijne in nederigheid.
"Bekommer oe niet," riep de vrouw des huizes uit hare bedstede: "'t spijt mij maôr, dat ik oe niet helpen kan en dat ik juist op mijn bed moet liggen: nu, als oe op een aôre keer wederom komt...." "Dan hoop ik u fiks en gezond te vinden," zeide de reiziger, haar volzin voleindigende; "maar daar komt moeder al weder terug; houdt u toch niet langer om mijnentwille op, goede vrienden!
Calandrino hervatte: Ik bekommer mij niet om Buffalmacco, maar laat ons op Nello passen, want hij is een verwant van mijn vrouw Tessa en zou voor ons alles bederven. Bruno sprak: Goed zoo. Bruno wist heel goed, wie zij was en bovendien had Filippo het hem verteld.
»Maar de avond valt, Marten, en het wordt reeds duister. Ga met mij mede tot morgen..." »Neen, Heer, voortaan ben ik een zwerver op Gods aardbodem, en het maakt al weinig verschil, of dat heden begint of morgen. Ga gerust heen, Heer Jan, en bekommer u niet over mij. Ik moet mijne zuster zoeken. Zij heeft mijne hulp noodig."
"Zoo gij die Saksische boeren meent," zei Front-de-Boeuf, "hun losgeld zal van andere voorwaarden afhangen. Bekommer u niet om de zaken van anderen, Jood, ik waarschuw u, maar alleen om uw eigene." "Ik zal dus," zei Izaäk, "alleen in vrijheid gesteld worden met mijn gekwetsten vriend?"
Eene vrouw als gij, biedt men toch immers niet een simpelen handschoen als aandenken aan?" "Bekommer u niet langer over mijne vraag", antwoordde de gravin, "ook zonder tastbaar aandenken zal ik u niet vergeten! Wanneer ge mij echter geene gedachtenis schenken wilt, zoo kunt ge toch zonder bezwaar een klein geschenk van mij aannemen. Ziehier een ring, dien ik nacht en dag aan den vinger draag.
Ik verkies de genegenheid, die men mij betoont, boven de rechten van het bloed, en ik laat me slechts innemen door de goedheid, die men mij bewijst." "Gij hebt gelijk mijnheer," antwoordde ik, "de dankbaarheid moet meer kracht over ons hebben dan de wetten der natuur." "Ongetwijfeld en mijn testament zal wel toonen, dat ik me al heel weinig om mijn bloedverwanten bekommer.
Bekommer u niet over mij en mijn lot; zoo het u mogelijk is, tracht mij te vergeten; ik heb in de laatste jaren zoo weinig plaats ingenomen in uw uiterlijk leven, dat ook de innerlijke scheiding wel ras volbracht zal zijn. Vergeet de smart, de onrust, de onzekerheid, waarmede ik uwe jeugd mijns ondanks verbitterd heb, dat zal mij het zekerste bewijs zijn uwer vergiffenis!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek