Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Dat haar godsdienst best achterwege kon blyven by de opvoeding ... en meer zaken van deze soort, die jufvrouw Pieterse nooit gehoord had, en waartegen ze nog-al niet heftig opstond, omdat de dokter ... Gut, jufvrouw Laps, uwe moest eens maken dat uwe hier was, als-i komt. Hy schryft z'n receppies met 'n gouwe pen, en z'n koetsier heeft een bruine beer om z'n hals ...

Na een korten rit hield de slee van den landheer stil voor Ekeby. De knecht kwam naar buiten. "Waar zijn de heeren?" vroeg de landheer. "Op de jacht. Zij jagen op den grooten beer van de Gurlita Klätt." "Allemaal?" "Allemaal, mijnheer! Wie niet meêgaat om den beer, gaat meê om den knapzak." De landheer lachte, dat 't over de geheele plaats klonk en gaf den knecht een daalder voor dat antwoord.

Hy zweefde met Wouter omhoog, en vertoonde aan de sterren z'n kostuum: 'n onderbroek... die door háár versteld was! Orion en de groote beer vonden het ding mooi, maar Wouter niet. Heb je 't zelf gedaan, hoorde hy Sietske vragen in de kamer naast hem. Jyzelf, of kon je 'r niet dóór? Neen, ik kon niet om de drukte. Maar ik heb 't den kruier opgedragen. W

"Beer! gij weet het, onze stammen "Zijn elkander lang vijandig, "Lang reeds krijgden wij te samen; "Wij, nu merkt gij 't, zijn de sterksten, "Daarom deinst gij naar de bosschen, "En verschuilt ge u in de bergen!

De betrekkelijk kleine kop is vrij duidelijk begrensd en herinnert aan dien van den Vischotter en van den Beer.

Het gedicht van koning ROTHER was in de Rijnlanden ontstaan en de herinnering aan den geketenden beer leefde daar ook in liederen als dat "von dem übelen wîbe" voort.

"Ik geloof, dat de menschen alleen op de wereld willen zijn," zei de berin. "Al laat je hun vee en hun volk met rust, al leef je van boschbessen en mieren en groen, dan mag je nog niet in 't bosch blijven wonen. Ik zou wel eens willen weten, waarheen we moesten verhuizen om rust te hebben." "Hier in de groeve hebben we 't immers jaren lang best gehad," zei de beer.

Hiervan werd een gedeelte in de kano's gebracht, om op den oever te worden genuttigd. Op hetzelfde oogenblik dat men daar aankwam, verscheen op een met schuim bedekt paard de renbode, dien men om hulp had afgezonden. Zoo dichtbij hadden de Timbabatsjen en ook de Groote Beer hun vijanden nog niet verwacht. Allen grepen naar hun wapenen en snelden naar de paarden.

Daarom vroeg hij: »Wat is er broeder vos, wat zet je voor een gezicht?« »Achzei de vos, »er zit een grimmig dier in mijn hol, een gloeiend met vurige oogen!« »Die zullen wij er wel uit krijgenzei de beer; hij ging meê naar het hol, en keek naar binnen; maar toen hij de vurige oogen zag, werd het hem ook te warm; hij moest van het grimmige dier niets hebben, en pakte gauw zijn biezen.

De Groote Beer was onder den naam "de dij" bekend en de Draak werd met het nijlpaard Reret vereenzelvigd. De dagen van de maand stonden verder eveneens onder beschermgoden. Hoofdstuk VI Egyptische literatuur. Egyptische Taal en Egyptisch Schrift.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek