Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Is de weg in dezen canon naar boven niet de eenige? Bestaat er nog een andere?" "Ja. Als gij wilt, zal ik u dien weg wijzen." "Waar is dat pad?" "Een eind weegs zijwaarts van hier en tusschen twee rotspijlers een kloof, door welke men over een hoogte in een diep keteldal komt, waaruit een ravijn naar het meer loopt. Ik heb dien weg met den Grooten Beer gereden."
Hij kan uitmuntend zwemmen en goed klimmen; op lateren leeftijd, als hij groot en zwaar geworden is, klimt hij echter niet meer in de boomen, althans niet in gladde stammen zonder takken. De geweldige spierkracht en de groote, harde klauwen komen den Beer bij het klimmen goed te pas; zelfs bij zeer steile rotswanden kan hij omhoogstijgen.
Neen, dominus.... Nu goed je koppen maken.... Ja, dominus.... Ja, dominus.... Volg dit masker na voor de oogen en dat andere voor den mond.... Ja, dominus.... Ja, dominus.... .... Hm!! snurkte beneden de beer.... Cecilianus griezelde maar begon zich te schilderen met breede penseelen en staven. Wacht, zei Cecilius; schilder jij mij, dan schilder ik jou....
Zij zouden kunnen antwoorden: Dit is het bewijs, dat onze barricade van goede bedoelingen is gemaakt. Het beste is voorwaar een vreedzame oplossing. In 't algemeen, wij moeten bekennen, dat, zoodra men steenen ziet, men aan den beer denkt, en een goede wil verontrust de maatschappij.
Van schrik stond de andere beer een oogenblik besluiteloos, doch plotseling bezon hij zich en maakte zich gereed tot den aanval. De Dajak, die zijn ouderwetsch geweer zoo spoedig niet meer kon laden, vluchtte achter Kees. Voor dezen was het een oogenblik van spanning.
Wij zullen in de volgende bladzijden dan ook herhaaldelijk stooten op survivals van Wôdan en zijn kring: een sekondaire mythologische vorming dus. Laat ik slechts wijzen op enkele uitdrukkingen. Wij lezen in een Nederlandsch hs. van 1470: "Ende de poeten in heure fablen heetend ourse, dat is te segghene Woenswaghen". Het sterrenbeeld van den Grooten Beer werd dus als Wôdanswagen beschouwd.
Tip legde aan, maar het wapen beefde hem in de hand en hij durfde niet schieten. »Je beeft, Tip! Je bent een lafaard!» zei de burgemeester. »Maar als ik misschiet, mijnheer de burgemeester, en in plaats van den beer den jongen tref wat dan?» »Je bent een lafaard, Tip!» herhaalde de burgemeester. »Klim in den boom en snel den jongen te hulp! Dadelijk! Ik gebied het je, Tip!»
"Maar als je niet doet, wat ik wil, is 't gauw met je gedaan." De groote werkplaatsen waren met tegels bekleed, en de jongen dacht, dat al zou de beer zooveel bevelen geven, als hij maar kon, hij die toch niet zou kunnen uitvoeren. Maar toch zag hij al gauw, dat het niet zoo onmogelijk was.
De ruitjes van de lantaarn hoorden wij er van rinkelen. O hemel! Daar verhief de beer zich, vlak voor Pieter, plotseling op de achterpooten en wilde zijne klauwen op Pieters schouders leggen.
Hier waren een groot aantal meerendeels inheemsche dieren: wolf , vos, das, ever, bever, ram, haas, kater, haan met kippen, raaf, met uitheemsche als leeuw, luipaard, beer, vereenigd tot eene maatschappij gelijk aan de feodale, bestuurd door Koning Leeuw die met zijne groote vazallen te rade gaat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek