Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Hij zei tegen Butler: "Ook ik blanken man danken, dat niet geven geld als aan slaven of menschen, die geen eer hebben. Zoo zijn het grooter loon, dat wij nooit vergeten. Wij zijn altijd vrienden van den blanken man, diens squaw en diens dochter. Hij goed bewaren totem van Jongen Beer; het zijn ook het mijne. De Groote Geest hem steeds zenden zon en vreugde!"

Voor geen duizend mark zou een reus hem gelast hebben op te staan; zij blijven op veiligen afstand van het vuur en den beer. Een maaltijd wordt voor de gasten aangericht en men beraadslaagt over het nachtverblijf. Koning ESPRIAAN zou den beer gaarne kwijt zijn. GEERNOUT denkt er over hoe hij koning KAREL en zijne gezellen behouden weer uit het reuzenland zal brengen. Daar eindigt het fragment.

Of heb je hem in zijn hol geschoten?" "Hij is in Bro geschoten." "Ja, zoo groot als de beer van Gurlita was hij toch niet," zegt Gösta; "maar 't was een mooi dier." "Als hij één oog had gehad," zegt Kevenhüller, "dan zou ik denken, dat het de oude zelf was, zóó groot is hij; maar deze is aan de oogen niet gewond geweest dus 't is de oude niet."

"Mijn broeders moeten snel naar het meer gaan, anders zijn de Utahs daar eer dan wij, en nemen Butler en zijn dochter gevangen." Daar de drie mannen van hetzelfde gevoelen waren, verloor de Groote Beer eenigszins zijn vertrouwen, en kantte zich niet verder aan tegen een onmiddellijk vertrek. Men steeg te paard en reed den canon op, zoogoed als het in de duisternis gaan wilde.

Die meende eens heel slim te handelen, door met zijne gewone behendigheid in den grooten eikeboom te klimmen, die midden op het marktplein stond. Och, och, wat zag die Pieter doodsbleek. Wij zagen, hoe hij beefde van schrik en ontsteltenis. En de beer liep voortdurend met kleine pasjes om hem heen, terwijl hij hem aan alle kanten besnuffelde.

Zoodra hij haar in het oog kreeg, veranderde hij zich in een wolf, die onder woedend gehuil op haar toesnelde; maar zijn knappe leerling veranderde zich dadelijk van een koe in een beer, waarop de reus de gedaante van een leeuw aannam; toen veranderde de beer zich in een tijger, en de leeuw veranderde in een krokodil, waarop de tijger zich weer in een musch veranderde.

Den geheelen nacht hoorde ik van mijn tent uit, die op een anderen oever aan een zijtak van 't groote meer was opgeslagen, de moeder bij tusschenpoozen roepen. Zij scheen langs den heuvelrug heen en weer te loopen, boven de plaats waar het treurspel zich had afgespeeld. Met haar neus speurde zij den beer en den mensch, maar wat voor vreeselijks ze met haar kleintje gedaan hadden wist zij niet.

»En telt die dan voor den twee en veertigsten?" vroeg ik den kapitein. »Waarom niet?" antwoordde Hod. »Als hij onder mijn schot valt, zal hij altijd in volle vrijheid gevallen zijn!" »Laten we het vel van den beer niet verkoopen....." hernam de ingenieur, »voordat hij geschoten is!" »Vooral als die beer wel eens een tijger kon zijn!....." voegde kolonel Munro er bij.

Zijn zwaar lichaam schoot door het kreupelhout, als een boot door het water. De beer liep door, tot hij aan een heuvel aan den rand van 't bosch kwam, waar hij de groote ijzerfabriek kon zien. Daar ging hij liggen, zette den jongen voor zich neer, en hield hem met de beide voorpooten vast. "Kijk nu naar die groote lawaaifabriek," zei hij tegen den jongen.

Sedert de aankomst bij het meer had Watson, de vroegere opzichter over de baanwerkers, geen gelegenheid gehad, om met den Grooten Beer te spreken, en deze had niet op hem gelet. Toen zij nu echter dicht bij elkander bij het vuur zaten, zei de blanke tegen den Roodhuid: "Mijn roode broeder heeft nog niet met mij gesproken.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek