Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Ik zeide dit niet op denzelfden toon, want al speet het mij dat zij mijn moeder niet was, het deed mij toch genoegen; ik was er trotsch op, dat hij mijn vader niet was. Vandaar die tegenstrijdigheid in mijn gevoelens, die in mijn stem lag opgesloten. Maar vrouw Barberin sloeg daar geen acht op.
Bovendien verkeerde ik in dien toestand, waarin besluitelooze menschen zich dikwijls aan de zijde scharen van hen, die het laatst gesproken hebben. Mattia heeft gelijk, hernam ik, en het heeft mij dan ook niet weinig moeite gekost, om tot het besluit te komen, naar Parijs te gaan, vóór dat ik Martha en Lize bezocht had. Maar uw ouders! herhaalde moeder Barberin.
Toen hij mijne verlegenheid bespeurde, deed de vrederechter mij allerlei vragen en eindelijk bekende ik de reden van mijn zwijgen: als hij bij vrouw Barberin een onderzoek instelde, zou ons plan geheel verijdeld zijn; wij zouden haar dan niet meer kunnen verrassen.
Houd dan de koe eens vast, maar laat ze vooral niet los; ik ga in dien kruidenierswinkel wat bloem en boter koopen. Wat de eieren betreft, als vrouw Barberin ze niet heeft, zal ze die wel leenen; wij zouden ze maar breken onderweg. Ik trad den winkel binnen, waar Zerbino zijn korst brood gestolen had en kocht een pond boter en twee kop meel. Toen zetten wij de reis voort.
Wat heeft Barberin u omtrent mijn familie verteld? O! zie dan toch hoe ontroerd ik ben; ik sterf van verlangen iets te weten. Zonder mij te antwoorden hief zij weder de handen in de hoogte en zeide: Dat is me een geschiedenis! Op dat oogenblik kwam eene vrouw binnen, die al het voorkomen had van eene dienstbode.
Een proces! dat kost veel geld. Ja, maar men kan het winnen. Vrouw Barberin had naar Parijs willen gaan, maar dat was geen kleinigheid, zoo'n lange kostbare reis. Den anderen morgen gingen wij naar het dorp om den pastoor te raadplegen. Deze wilde haar niet laten vertrekken vóór hij wist of zij haar man van eenigen dienst kon zijn.
Het was mij, of ik daar zou sterven. En de gedachte aan den dood bracht mij Chavanon in herinnering. Arme vrouw Barberin! Zou ik dan sterven, zonder haar te hebben weergezien, zonder een blik op ons huis en onzen tuin?
Tot dusverre hadden wij ons slechts gelukkig gevoeld door dit vooruitzicht en hadden wij die koe zoo mooi gemaakt, als onze verbeelding ze maken kon: het zou eene witte koe zijn; daar stond Mattia bepaald op; zij zou lichtrood zijn; dat was mijn verlangen, ontstaan uit de herinnering aan Roussette van vrouw Barberin. Zij zou heel mak zijn en elken dag emmers melk geven.
O, ik wil niet als die kinderen zijn; ik wil geen nommer om mijn hals dragen; ik wil niet dat men mij naloopt en mij naroept: "Naar het gesticht! naar het gesticht!" De gedachte daaraan alleen deed mij reeds huiveren en mijn tanden klapperen. En ik sliep niet. En Barberin zou tehuiskomen.
En in afwachting van dat gelukkig oogenblik, zeide Mattia, toen wij buiten waren gekomen, moeten wij geen tijd laten voorbijgaan om geld te verdienen. Als wij minder tijd hadden besteed om geld te verdienen op den weg van Chavanon naar Dreuze en van Dreuze naar Parijs, zouden wij nog bijtijds gekomen zijn om Barberin in leven te vinden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek