Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Heeft hij het geërfd, of op welke wijze heeft hij het verworven?" "Door zijn goede lans," antwoordde Gurth. "Deze beurzen bevatten het losgeld van vier schoone paarden en wapenrustingen." "Hoeveel is er in?" vraagde de roover. "Twee honderd zechinen." "Maar twee honderd zechinen?" zei de bandiet; "uw meester heeft mild met de overwonnenen gehandeld, en hun een gering losgeld opgelegd.
Dit knaapje nu was het kind, van 't welk wij zoo even gesproken hebben. Men noemde hem "arme jongen" wijl hij een "bandiet van de Loire" tot vader had. Deze "bandiet van de Loire" was dezelfde behuwdzoon van mijnheer de Gillenormand, van wien reeds gesproken is en dien deze de schandvlek zijner familie genoemd had.
Maar ten leste deed toch het zwaard der gerechtigheid aan de roode streep bescheid, en moest de koene bandiet zijne schuld laten vereffenen , ten minste als het zoo heeten mag, wanneer men met slechts éénen kop het gelag betaalt voor honderd welgeslaagde roof-, brand- en schaakpartijen. Zeker niet te duur!
De ridder heette Kunz van Schwalbach en was een vermetele bandiet, die vooral het vuistrecht in de omstreken van de Ahr met veel ijver en niet minder gevolg uitoefende. Zijn gemalin, die wellicht een goeden invloed op hem had kunnen uitoefenen, rustte reeds sedert jaren in de burchtkapel.
VALENTIJN. Mijn vrienden, EERSTE BANDIET. Wat vriend! dat zijn wij niet; noem vrij ons vijand. TWEEDE BANDIET. Stil, laat hem spreken! DERDE BANDIET. Ja, bij mijn baard, hij is een flinke kerel. VALENTIJN. Zoo weet dan, ik heb weinig te verliezen.
Op dit woord "bandiet", sprong vrouw Thénardier uit het bed, greep Thénardier zijn stoel, als wilde hij dien in zijn hand vermorzelen. "Verroer u niet!" riep hij zijn vrouw toe, en tot den heer Leblanc zeide hij: "Een bandiet! ja, ik weet dat gij, rijke lieden, ons zoo noemt! Ja, 't is waar, ik ben bankroet gegaan, ik verberg mij, ik heb geen brood, geen geld, ik ben een bandiet!
Welk een verschrikkelijk leven met zoo'n ellendeling, en wat moet gij een moed en tegenwoordigheid van geest gehad hebben, om dien ellendigen bandiet zoo te blinddoeken. Nu ja, zeide de kapitein, het spreekwoord zegt: de gelegenheid maakt den dief, maar de gelegenheid maakt ook den held.
Eindelijk had hij hem gevonden, maar hoe? deze redder zijns vaders was een bandiet! deze man, voor wien Marius vurig wenschte zich op te offeren, was een schurk! deze redder van den kolonel Pontmercy was op het punt een aanslag te volvoeren, waarvan Marius nog niet duidelijk den vorm zag, maar die een moordaanslag geleek! en op wien? goede God! welk een noodlottigheid! welk een bittere scherts van het lot!
Sinds drie dagen heb ik niet gegeten, ik ben een bandiet!
In de Misanthrope had Molière de hoogere kringen ten tooneele gevoerd; Gil Blas brengt er heel de maatschappij op; van dien bandiet die zijn brood bedelt met den mond van zijn buks, tot de hoveling die de vruchten van 's volks arbeid onder de willekeurige goedkeuring van den vorst uitzuigt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek