Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Door de groote Noordpoort reed Ben-Hur Jeruzalem binnen, het heerlijke roemrijke Jeruzalem, zooals het vóór de verwoesting was. Ben-Hur stapte af voor de deur eener herberg, waar hij zijn paard in de hoede van zijn Arabischen bediende achterliet. Met haastigen stap ging hij naar huis, en vraagde allereerst naar Malluch; toen die niet thuis bleek te zijn naar Balthasar en Simonides.
Ons, lezer, heeft het kind zelf geantwoord; maar Ben-Hur moest zich vergenoegen met de woorden van Balthasar: Op aarde, nochtans niet van de aarde; niet voor menschen, maar voor hunne zielen, en toch een heerschappij van onbeschrijfelijken luister. Was het wonder, dat die woorden den jonkman zeer raadselachtig voorkwamen? Dat is geen menschenwerk, zeide hij half wanhopig.
Ook Ben-Hur en Balthasar volgden de aanwijzing en zagen een rijzig slank gebouwd man, met een gelaat, dat men niet licht vergeten zou. Het lange bruingouden haar was in het midden gescheiden. De groote donkerblauwe oogen straalden met liefelijken glans onder het open voorhoofd, en de uitdrukking van zijn geheele wezen was rustig en edel.
Als God over de aarde wandelt zijn zijne voetstappen soms eeuwen van elkander verwijderd. Hebt gij Balthasar reeds ontmoet? Ja, hij heeft mij zijne geschiedenis verteld, antwoordde Ben-Hur. Een wonder, een waar wonder, zeide Simonides. Toen hij het mij vertelde scheen ik het antwoord te hooren, waarop ik zoo lang had gewacht. Gods doel werd mij op eenmaal duidelijk.
Niet alleen de gastheer en Ben-Hur, maar ook de dienaren hadden, door zijn geestdrift opgewekt, het gevoel alsof de onzichtbare in hun midden was. Eindelijk verbrak Ben-Hur de stilte. Ik zie, goede Balthasar, zeide hij, dat gij buitengewoon begunstigd zijt. Ik zie ook, dat gij inderdaad een wijs man zijt. Ik kan u niet zeggen hoe dankbaar ik ben voor hetgeen gij ons verhaald hebt.
Al heb ik geen bijzondere aanwijzing, zeide Balthasar, zoo heb ik toch veel over deze dingen nagedacht, en mijn geloof, dat verzeker ik u, is op dit oogenblik nog even sterk, als toen de Geest mij beval de reis naar Jeruzalem te aanvaarden. Indien gij wilt zal ik u zeggen waarom ik geloof dat het kind nog leeft. De Sheik en Ben-Hur bogen toestemmend en luisterden met hun gansche aandacht.
Neen, dochter, antwoordde Balthasar, de philosofen hadden nooit de macht om zoo iets te doen. Hoe weet gij, dat deze mensch die macht wel heeft? Ik heb hem water in wijn zien veranderen, zeide Ben-Hur. Hoe wonderlijk! riep Simonides. Maar dat schijnt mij nog niet zoo vreemd toe als dat hij arm wil leven, terwijl hij rijk zou kunnen zijn. Is hij werkelijk zoo arm?
En ik mag er niet meer van zeggen, zeide Balthasar, de oogen ootmoetig neerslaande. Wat het is, waartoe het dient, hoe men er komen kan, zal niemand vernemen, voordat het kind komt, om er als zijn eigendom bezit van te nemen.
En ik kende hem niet; maar die mij gezonden heeft om te doopen met water, die had mij gezegd: Op welken gij den Geest zult zien nederdalen, en op hem blijven, deze is het, die met den Heiligen Geest doopt. En ik heb gezien, en heb getuigd, dat deze de Zoon van God is. Dat is hij, dat is hij! riep Balthasar, sloeg de oogen naar boven, en viel door aandoening overmand achterover in zijnen zetel.
Het stoffelijk overschot van Balthasar werd in de zaal nedergelegd. Alle bedienden beweenden hem oprecht, want hij bezat de liefde van allen met wie hij verkeerd had; maar toen zij zijn gelaat zagen, zoo tevreden en gelukkig, droogden zij hunne tranen, zeggende: Het is wèl met hem. Hij is nu gelukkiger dan van morgen. Ben-Hur wilde Iras in eigen persoon den dood haars vaders mededeelen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek