Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Zoolang ik hier burgemeester ben, is er van geen dieverij sprake geweest, en wij moeten het kwaad zoo spoedig mogelijk den kop indrukken." Flipsen sloeg op militaire wijze aan, en zeide: "Ik zal m'n best doen, burgemeester. 't Zal aan mij niet liggen, als de dief niet gesnapt wordt." "Dat is goed, en daar vertrouw ik ook op."

Een paar brieven, die de belangstelling van den heer des huizes opwekten, deden hem een oogenblik het geheim van Barend vergeten, en, daar de laatste door de komst van het pakje de aandacht verdeeld zag, zoo nam hij als naar gewoonte haastig het Handelsblad en zocht.... naar het "Binnenland," en vond.... en las....: "Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente B.... c. a., den heer Mr.

"Ja, toen 't zoo'n weer werd hebben meester en de anderen, die we er dan ook nog wel voor bedanken, zoo bij den burgemeester opgespeeld, dat hij ten langen leste wel helpen moest. Nu zijn we weer onderdak. Maar vrouw de Greef heeft het dan leelijk te pakken: dat mensen kan niet zoo tegen weer en wind." "De Heere zal oordeelen!" zei Gerrit meer tot zichzelf dan tot zijn reisgenoot.

Hoor, als ik Burgemeester T., of een ander braaf Regent van onze Stad was, ik zou Amsterdam eens terdeeg zuiveren van die onnutte Broodeeters.

Natuurlijk stond men het hem nooit toe, want de vrouw van den burgemeester was een heks, en dat dus het bestuur der stad den vreemdeling liever buiten dan binnen Leeuwarden zag, is wel te begrijpen. Faust moest Leeuwarden verlaten. Aan alle vier de stadspoorten zette men een bode, die had toe te zien, of Faust de stad uitging. De burgemeester ging in 't raadhuis zitten, en wachtte.

In de ééne hand had hij een hengelmand en aan de andere zijne dochter. "Met uwe permissie, mijnheer de burgemeester, 'k woû graag mijn deel aan het traktement dragen, en hier breng ik dus wat suikerkransjes, en hier, mevrouw, is mijne dochter; neem 't mij niet kwalijk, zij had zoo'n grooten lust, om bij dit gezelschap te wezen."

"Neen, burgemeester, af is het niet, ziet u. Ik...." "En je zegt van wèl. Houd-je me dan voor den gek?" "Volstrekt niet, burgemeester, maar...." "Zeur nu maar niet langer, asjeblief. Dus je hebt het niet af?" "Neen, burgemeester, af is het niet." "Zoo, hoe komt dat? Je wist toch, dat er haast bij was?"

U denkt toch niet, dat we gestolen hebben, dat we dieven zijn?» »Wij zijn eerlijke menschen, mijnheer de Burgemeestervoegde Kees er bij, terwijl hij zich bij de linnenkast plaatste, alsof hij Tip beletten wilde, het ontvangen bevel uit te voeren. »Wij zijn eerlijke menschen, mijnheer, die nog nooit iemand een cent te kort hebben gedaan

Maar de klokke beginne subiet te speulen, als de burgemeester het weet.« »Wat is het hier uiïg, Janriep Louis. »Zullen we nog een poosje blijven luisteren?« »Neen, ga mee naar de kanonnen.« »Jongens ja, dat zal leuk wezen. Vooruit

Denk nog maar eens aan een zeker avondje in den tuin van den burgemeester...!" Allen schoten in den lach. "Ja, maar toen waren wij hem toch te knap af!" zei Dik. Zoo zaten zij nog lang te praten, tot Jan Vos opeens zeide: "Als het zoo blijft voortvriezen, zal de visch het gauw benauwd krijgen onder het ijs. Morgen moet ik toch eens probeeren, of ik niet een lekker maaltje paling kan vangen."

Woord Van De Dag

morfinedroppels

Anderen Op Zoek