Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


"En nu," zei Aymer, "verzoek ik u om teruggave van mijne muilezels en paarden, en om de vrijheid der eerwaarde broeders, die mij vergezellen; en ook om de teruggave der juweelen, ringen, kleinoodiën, en prachtige kleedingstukken, welke men mij ontroofd heeft, daar ik u mijn losgeld als gevangene voldaan heb."

Ik ben zulk een slecht jager niet, dat ik den hond zou wijzen, waar het wild ligt, als ik niet wil, dat hij er jacht op maakt." "Ge hebt gelijk," zeide Gurth; "het zou verkeerd zijn, als Aymer jonkvrouw Rowena zag; en het ware mogelijk nog erger, als Cedric, gelijk zeer waarschijnlijk is, met dezen krijgshaftigen monnik in twist geraakte.

Zoo los waren evenwel de begrippen in die tijden, ten opzichte van het gedrag der wereldlijke zoowel als der klooster-geestelijkheid, dat de Prior Aymer een goeden naam had in de nabuurschap zijner abdij.

Zoo Prior Aymer al te grooten ijver voor de jacht toonde, en te lang aan tafel zat, zoo men Prior Aymer met het krieken van den dag de achterdeur van de abdij zag inkomen, naar huis sluipende van de eene of andere bijeenkomst, welke in de uren der duisternis had plaats gehad, dan haalde men slechts de schouders op, en verzoende zich met zijn ongeregeld gedrag door de overweging, dat vele zijner makkers hetzelfde deden, en volstrekt geene goede hoedanigheden bezaten, om daartegen op te wegen.

"Ja, Jood," zei de Prior Aymer; "kniel neder voor God, die door den dienaar van Zijn altaar hier wordt vertegenwoordigd; en wie weet, welke genade gij door oprecht berouw en behoorlijke giften op het altaar van St. Robert voor u zelven en uwe dochter Rebekka kunt verkrijgen? Het spijt mij om het meisje, want zij is schoon en liefelijk; ik heb haar in het strijdperk te Ashby gezien.

"Hierover zal de Prior oordeelen," hernam de kapitein; "wat zegt gij er van, vader Aymer? Kan de Jood een goed losgeld betalen?" "Of hij een losgeld kan betalen?" antwoordde de Prior. "Is hij niet Izaäk van York, rijk genoeg om de tien stammen Israëls, die naar Assyrië gevoerd werden, uit de gevangenschap vrij te koopen?

Ik versta het jagerswerk, en kan helder en lustig op den jachthoren blazen, zoodat alle eiken in het woud er van weêrgalmen; kom, gij moet mij niet te streng behandelen." "Geeft hem een horen," zei de aanvoerder, "wij willen de kunst, waarop hij zich beroemt, op de proef stellen." De Prior Aymer blies op den horen, en de kapitein schudde het hoofd.

"Mij eene vrouw te verschaffen," antwoordde De Bracy koel, "op de wijze van den stam van Benjamin." "De stam van Benjamin!" zei Fitzurse. "Ik begrijp u niet." "Waart gij niet tegenwoordig gisteren avond," zei De Bracy, "toen Prior Aymer ons een vertelling deed, als antwoord op de Romance, die de minnezanger voordroeg?

"Aymer, Prior Aymer? Brian de Bois-Guilbert?" bromde Cedric; "beide Normandiërs; maar Normandiër of Sakser, de gastvrijheid van Rotherwood moet niet geschonden worden; zij zijn welkom, daar zij goed gevonden hebben hier aan te kloppen, maar het zou mij nog meer welkom geweest zijn, als zij verder gereden waren.

"Gij zijt een dolle vent," antwoordde de kapitein; "maar uw plan is heerlijk! Hier Jood! kom hier. Beschouw dien eerwaarden vader Aymer, Prior van de rijke Abdij van Jorvaulx, en zeg ons, hoe hoog wij zijn losgeld stellen kunnen? Gij kent zeker de inkomsten van zijn klooster?"

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek