United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze bleef staan en hield haren asem op om geen 't minste geruchte te maken, en ze keek verwonderd toe. Rik had zijn keersepan neergezet op 't roode plankierken, nabij den schoorsteen. Hij knielde en boog zijn krommen rugge en maakte in de schouwe een planke los. Hij tastte dan in de holte, en op zijn aangezicht kwam seffens een groote blijdschap. Ze zijn er nog! mompelde hij.

Hij tort verder zonder opkijken, en, vóor de drempel, als Goedele het linnenwinkeltje ingaan wou, vatte hij hare hand. Hij deed haar zeer, hij knelde hare vingeren in de zijne, en zijn gelaat kwam naderbij. Hij fluisterde: Gij weet niet? Zijn asem taakte haren hals en deed haar rillen in al heure leden. Niet? Ze bad dat hij haar los zou laten.

Huup Hans! huup!" en met de vlakke hand slaat Ritter zijn makker op het gevoellooze lichaam. "Dood! mors dood!" steunt de jager opnieuw: "Och! waarom heeft Hij die alles kan, jou niet 'en poosje langer bij asem gelaten? ? of, Toon vooraf den genadeslag gegeven? Verdoemd als ik ben! Waarom ook stond ik je af aan een ander!"

En hij lispelde: Al 't mijne.... Hij sprong meteen op en zijn gelaat werd wild, ruw, wreedaardig. Goedele vreesde dat hij haar bemerken zou. Hij bleef rondkijken, en trok geweldig zijn asem op langs zijn neuze, alsof hij een ongewonen reuk opsnoof en weten wilde.... Hij tort naar een der vensters en keek door een splete der luiken de donkerte in van den nacht.

Goedele luisterde naar moeders asem, als ze sliep, of beloerde haar minste gebaar, als ze lastig te spartelen lag onder de sargie. Ze lonkte alles na, bezorgd en ordelijk. Ze handelde niet ganschelijk bewust, maar bevreesd voor nieuwe rampen, die ze niet bepalen kon en waar ze nievers een opkomende oorzaak voor ontwaarde.

Haar stevig aangezicht rees bleek op uit de gapende donkerte, en 't licht kletste open op haar voorhoofd. Ze tort naar voren. Hoe dof ook hare stappen smoorden over het dichte tapijtsel, toch voelde meteen Goedele hare aanwezigheid. Ze sidderde en haar asem bleef hangen in hare keel. Hare vroegere vreezen bevingen haar op een nieuw en verlamden hare spieren.

Alzoo zal dat ne keer het laatste zijn, dacht hij; 'k zal in zoo'n hoestbui eens blijven steken; moest mijn asem voorgoed achterwege blijven 't ware gedaan en Doka, die ginder in den stal zit, zou er niets van weten. Binst hij zijne kleeren zocht en aantrok, kraaide de haan op den kiekenpolder en dat ging als de schreeuw van den verlaten eenling op een onbewoonde landstreek.

Doka heur hoofd subbelde onder 't lampken dat aan den zolderbalk nog wiegelde en ze steunde nu met de magere armen heur oud lijf op de tafel om den asem die altijd lastig boven kwam. Achterna voelde zij zich in gang komen stillekes beter en veerdig om voort te doen. Ze ontstak de lanteern, bond een dikken neusdoek om het hoofd en ze ging de zware grendels openschuiven aan de deur.

58 Nadat het vuur een oogenblik op zijn manier had geruischt, bewoog de spitse punt zich her en der en voorts gaf het zóódanigen asem: 61 "Indien ik geloofde dat mijn antwoord ware tot iemand, die ooit in de wereld wederkeerde, dan zoude deze vlam zonder verdere schuddingen blijven stilstaan: 64 maar, òmdat uit deze diepte nooit iemand levend wederkeerde, zoo ik de waarheid hoor, dáárom antwoord ik u zonder vrees voor schande.

Hij werd er heel aardig van en ontsteld, maar zijn droge keel begon te kittelen en hij hoestte en al de schrompelige, oude mannekes uit zijnen droom zag hij op de vaute nu, gestopen, met schuddend hoofd, de handen op de knieën, vervaarlijk te hoesten, te kikkeren dat 't water hen uit de oogen liep, en zij zochten rond over den vloer naar den asem dien zij verloren hadden.