Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


Dan zal de kapitein waarschijnlijk in zijn kamer en naar bed zijn; de machinisten en matrozen kunnen ons niet zien; Koenraad en ik zullen naar de hoofdtrap gaan: gij, mijnheer Aronnax, zult een paar schreden afstands in de bibliotheek wachten op ons teeken.

In geen van beide halfronden valt de Pool der aarde samen met die der strengste koude, en men moet, totdat het tegendeel bewezen is, veronderstellen, dat er op die beide punten òf een vasteland, òf een open zee bestaat." "Ik geloof het ook, mijnheer Aronnax," antwoordde kapitein Nemo.

"Maar hoe komt gij aan boord terug?" "Ik ga niet terug, mijnheer Aronnax, de Nautilus komt naar mij toe." "Op uw bevel?" "Op mijn bevel; een electrieke draad verbindt mij met het vaartuig; ik telegrapheer en dat is genoeg." "Inderdaad niets is eenvoudiger," zeide ik, duizelend van het hooren van al die wonderen.

"En wil je nu weten, Ned, wat ik over je plan denk?" "Graag, mijnheer Aronnax." "Waarom niet?" "Omdat de kapitein zich niet ontveinzen kan, dat wij niet alle hoop hebben opgegeven om onze vrijheid te herkrijgen, en dat hij wel op zijn hoede zal zijn, vooral als wij in het gezicht der Europeesche kust varen." "Ik denk zooals mijnheer," zei Koenraad.

"Mijnheer Aronnax," antwoordde hij, "ik weet niet met welk verschrikkelijk wezen ik te doen heb, en ik wil mijn fregat in deze duisternis niet onvoorzichtig blootstellen: hoe moet ik dat onbekende dier bovendien aanvallen, hoe mij verdedigen? Laat ons het daglicht afwachten, en dan zullen de rollen wel veranderen." "Twijfelt gij niet meer aan den aard van het dier, kapitein?"

"Wij gingen naar binnen en trokken onze scaphanders uit, waarna ik met hem in den salon ging. "Mijnheer Aronnax," zei hij, "wij moeten iets groots wagen of wij zullen in dit water evenals in cement worden vastgemetseld." "Ja," antwoordde ik, "maar wat dan?" "O," riep hij uit, "als mijn Nautilus aan die drukking weerstand kon bieden zonder verpletterd worden!"

"Hoe het ook zij," hernam de harpoenier, "het eerste dier op vier of op twee pooten, met of zonder vleugels krijgt een schot van mij in zijn ribben." "Goed!" antwoordde ik, "daar gaat de onverzichtigheid van meester Land weer beginnen." "Wees niet bang, mijnheer Aronnax; roei maar ferm op. Binnen vijf en twintig minuten zal ik u een kost naar mijn smaak opdisschen."

Ik hoop toch dat je die verhalen niet gelooft!" "Mijnheer de professor," zei Ned Land ernstig, "men moet van de walvisschen alles gelooven. Wat een gang heeft deze! Wat schiet hij vooruit! Men zegt dat die dieren in veertien dagen om de aarde kunnen." "Ik ontken het niet." "Maar wat gij zeker niet weet, mijnheer Aronnax, is, dat de walvisschen bij de schepping der wereld veel sneller zwommen."

Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn. Uw. Dw. Dienaar, J. B. Hobson, Secretaris aan het Departement van Marine. Den WelEdel Hoog Geleerden Heer den Heer Aronnax, professor aan het museum te Parijs. Hôtel der vijfde Avenue te New-York. De trouwe knecht.

"Die gelegenheid heb ik nu; van avond zullen wij maar eenige kilometers van de Spaansche kust verwijderd zijn; de nacht is donker, de wind is west; ik heb uw woord, mijnheer Aronnax, en ik reken op u." Daar ik bleef zwijgen, stond de Amerikaan op en naderde mij. "Van avond om negen uur," fluisterde hij; "ik heb Koen gewaarschuwd.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek