Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Aan den andren Staat Stilte, en in haar hand beurt ze een kristal: Zij is zoo klein en smal als nietige aar Die siddert als een vogel overstrijkt, Toch met zoo'n kunst gesneden dat men denkt, Zij poost in 't aadmen, ze aêmt.
En nu schreed hij over den kleinen drempel en betaalde. En zag de kameraden weinig in aantal in de kleine zaal. Hij ging zitten stil met hen aan de tafel, en wachtte tot de andren zouden komen. Het was een kleine leering-avond van enkelen waar de vreemde kameraden zouden vertellen hoe het bij hen was. En klaar scheen de lucht door de ruiten binnen. De avond was blauw buiten, binnen bruin.
Van het kwade spreken wy ook niet: al, wat dien naam verdient, is beneden u; dat weet ik zeer zeker: maar zo gy waarlyk myne Dochter waart, dan zou ik u, a1 wat u geen goed gerucht door uwe vyanden kon geven, u volstrekt verbieden: Het heeft immers zulk een haast niet, zoude ik zeggen myn Heer; myne Dochter zal, met haar Voogd Blankaart, die haar dit belooft heeft, den een of andren dag dat vermaakje wel eens nemen.
Maar verliefd en met bewondrende oogen, Staarden al de meisjens op den dappre, Die zoo heerlijk uitstak boven de andren, Als een hooge pijnboom boven struiken, De oogen schittrend met den glans der starren, En het voorhoofd wolkloos als de hemel, En de lokken golvende om zijn schouders, Als een stroomval in de zonnestralen!
In 't een knuistje hield hij de schil, boorde het vingertje, zoog tot de vooze smaak 't mondje vertrok en kwijl langs de kin op het pompadour jurkje glipte. Terwijl was bij de andren driftig gepraat. Tweemaal was de appel terug gegleden in 't gat. "Laat mijn 't dan doen", zei korzlig Meijer: "'t is toch h
Gij weet, dat 'k mij niet onderwerpen kan: Welke onderwerping dan dat noodlot-woord, Doodszegel van des menschdoms slavernij, Als 't zwaard des Siciliaans, dat aan een haar hangt Bevend boven zijn kroon, zou hij aanvaarden, Of kon ik toestaan? Maar niet wil 'k ze toestaan. Laat andren Misdaad vleien waar hij troont In snel-verganklijke almacht!
Hier strijden om 't Heelal twee sterfelijke machten; Dees moedig op getal, die op heur meerder krachten. "Wien, vraag ik, voegt het ons te staven, te onderschragen, Te sterken? wien den staf des aardrijks op te dragen? Zal Kaïn ...? Maar gy kent de wuftheid van dit volk: 'k Doorlees uw hart alreeds, en vraag geen andren tolk.
Wij hadden uwe komst wel vlijtig waargenomen, En niet den zachten slaap met Lethes laten stroomen Op ons gesloten oog, en nog voor 't laatst adieu Dees wangen eens gekust, eer uwe vlimme hieuw En scheidde ziel en lijf wraakgierig van den andren, Voor eeuwig hadden wij nog eens omhelsd malkandren.
Liefde is 't die zijn gezicht zoozeer verstoorde, Dat hij ùw schoon in andren waant te zien, En zoo zijn blik hèn hulde schijnt te biên, Toch in zijn hart naar ù slechts blijft verlangen." Zeg haar: "Meestres, zòò wankloos en volkomen Heeft hij u lief gehad, Dat ù getrouw te dienen al zijn dagen, Van aanvang af 't hoogst doel was zijner droomen."
'k Zend morgen u mijn dienaar die u uittelt Den dubblen prijs. SIMONE: Mijn edelmoedge Prins! Ik kus uw handen. Nu bedenk ik mij: Een andren schat nog houdt mijn huis verborgen, Dien gij zien moet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek