Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
De minste dichterlijke waarde heeft het historische lied, natuurlijk duisterder, naarmate het verder van het historische feit afstaat, dat het vermeldt of verheerlijkt. Het liedje: Mijnheer van Son is een brave kapitein, Hij regeert er zijn volkje zoo groot als klein heeft betrekking op een Amsterdamsch kapitein, n.l.
En het hek van de werf uitdraaiende, op eene wijze, die geen Amsterdamsch koetsier haar zou verbeterd hebben, liet zij het vurig paardje zijn hart ophalen aan den zandweg en draafde heen. "Zal de dokter blieven na de stad te riden?" vroeg Gillis. "Dank u," zei Witse, "ik wandel liever?" En nog eens de beschikkingen herhalende, die hij gegeven had, nam hij de thuisreis aan.
De schilder was een onbruikbaar man verklaard. »Goddank, ja! onbruikbaar voor intriganten!" had deze geantwoord toen een vriend hem dit oordeel overbracht. Al deze onderaardsche tegenwerking belette echter niet dat hij zijn werk goed verkocht aan een Amsterdamsch dilettant, maar hij had het vaderland reeds verlaten toen hij dat vernam.
Toen ik 't vorig hoofdstuk sloot met een aanwyzing op wat afwisseling in het volgende, was dit eigenlyk meer een oratorische kunstgreep, en om een slot te maken dat goed "knipte" dan wel omdat ik inderdaad meende dat het volgend hoofdstuk alleen "ter afwisseling" waarde hebben zou. Een schryver is ydel als ... een man. Spreek kwaad van zyn moeder of van de kleur zyner haren, zeg dat hy een amsterdamsch accent heeft wat nooit een Amsterdammer toestemt wellicht vergeeft hy u die dingen. Maar ... roer nooit aan de buitenzy van 't kleinste onderdeel eener byzaak van iets dat er lag naast zyn geschryf ... want d
Hier te zitten in een saai, tamelijk donker Amsterdamsch zaaltje, met het uitzicht op een slecht begroeid tuintje met leelijke hooge huizen er achter, neen, dat was op den eersten dag van 't reisje inderdaad niet verkwikkelijk, en, op net oogenblik dat mevrouw Woudberg even de schreiende kleinste uit de berceau nam, en mijnheer Woudberg een boek ging halen waarin men iets zou nazien 'tgeen August hem echter mede graag geschonken had in dat oogenblik gaf Eva haar August fluisterend en met een wenk te kennen, dat ze hier niet langer wilde blijven, en vooral niet alleen terwijl hij, zooals afgesproken was, dat andere bezoek ging brengen.
En is zij door mijn toedoen niet de vrouw geworden van den dikken Bartel Bartelsz, den overman van het slachtersgild? en wandelt zij niet op elken feestdag zoo dapper met een gelemmerd kleed en een huif van Amsterdamsch zwart als de dochter van een banjer heer?
Geen oud wijf was aan 't spinnewiel en geen kind op school gebleven: en alles was nieuwsgierig om te zien, hoe een Amsterdamsch rijkeluiskind werd opgebracht, omdat hij een andere Heer had overhoop gestoken. Lodewijk werd in het huis van Doedes gevoerd, alwaar hij de noodige verpleging onderging, terwijl men Andries en mij op het Raadhuis bracht.
De schrijver van Hollands Rijkdom waaraan bovenstaande woorden zijn ontleend, vermeldt in hetzelfde werk enkele uitlatingen van Voltaire over de Nederlandsche uitgevers: "...een amsterdamsch boekverkooper, die nauwelijks eene A voor eene B kende, won een millioen, omdat er Franschen waren, welke om den broode schreven."
"Toch niet, jufvrouw Bella; mijne positie is volkomen normaal. Met de kippetjes naar bed en 's morgens weer 't eerst op de baan, is eene vaste gewoonte bij den haan." "Gij wordt eentoonig, mijnheer Jakob," zeide het meisje, met eene poging om strak te zien. "Wat zult gij gebruiken? Een glas Kitzinger, of een glas Amsterdamsch?" "Geen van beiden, jufvrouw Bella.
Dan een bruiloftsfestijn: een heer van Nijenhorst huwt in 1730 de schatrijke dochter van een Amsterdamsch handelspatriciër, en beide familiën geven in praal en overdaad elkander niets gewonnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek