United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tal van aardige feiten worden van hem medegedeeld, o.a. door Levaillant, die in 1778 een dezer Papegaaien bij een Amsterdamsch koopman aantrof: "Karel, zoo heette deze Papegaai, sprak als Cicero; ik zou een boekdeel kunnen vullen met de fraaie gezegden, die hij kende en die hij, zonder een syllabe te vergeten, voor mij herhaalde.

De uren, in den trein doorgebracht, vlogen om als waren het even zoovele minuten en toen wij te Bandoeng aankwamen en daar aan het station opgewacht en begroet werden door de Bandoengsche Kiesvereeniging, die mij voor een spreekbeurt had uitgenoodigd, en door mevrouw Willy Berton, ons vroeger Amsterdamsch bestuurslid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, verkeerden wij in zoo'n opgewekte stemming over het genotene, dat wij nauwelijks realiseerden, dat hier in Bandoeng weder "werken" onze plicht zoude zijn.

Gelukkig dat het aantal ongerymdheden in den bybel zoo groot is, dat niemand verlegen hoeft te staan om de hier gesupprimeerde "neuswyzigheden" van Frits met beliebige uitbreiding aantevullen. Sluis in-plaats van steenen brug, is werkelyk 'n eigenaardigheid in 't amsterdamsch. Van dien aard hoort men er velen, daar zoowel als elders. De woorden, gracht en wal, byv., worden dikwyls verwisseld.

Immers vinden wy omstreeks dien tijd een amsterdamsch burger, die Laurens 't houten Aangezicht werd genoemd. Ook de heden ten dage nog bestaande geslachtsnamen Houthoofd en Toutenhoofd zijn aan dit huisteeken ontleend. In Zeeland is deze naam inheemsch. En als Houthoofd in Vlaanderen; uitgesproken »Outooft."

Voûte in het Amsterdamsch rapport: "dat de bordeelen niet noodig zijn, om de wilde hartstochten der jeugd een uitweg te verschaffen, maar dat zij de kweekplaatsen zijn der meest liederlijke geslachtsbevrediging voor oudere gezeten burgers en vaak getrouwde mannen." Dr.

Plotseling rijst de vloed zes en dertig meter boven Amsterdamsch peil, tengevolge van de uitbarsting, die in den Haag plaats vindt.

Het eene stelt voor een Amsterdamsch burger uit het jaar 1633, scheepsbouwer en teekenaar van scheepsontwerpen van beroep, met zijne vrouw, die een briefje binnen brengt. Het andere is Michiel Azn. de Ruyter, in gesprek met zijnen stuurman Zeger. Al dadelijk valt het op, dat De Ruyter en Zeger, elk met een paar gelijke platvoeten en een paar zwarte kuiten, recht op en neer naast elkaar staan.

De lui in Osterwolde weten volmaakt goed, dat wij gescheiden zijn, en sommigen komen er langzaam achter, waarom wij gescheiden zijn.... Ze vertellen er bij, dat ik later met een Amsterdamsch heer naar België gevlucht ben!" Van Reelant staart zwijgend naar het tapijt. Zijn gelaat is doodsbleek. Zijn verleden begint plotseling weer te leven.

Zijn dagboek, aangevangen van den eersten avond af, toen hij als zeventienjarige knaap met een bang gevoel van verlatenheid in zijn eenzaam kamertje neerzat op de derde verdieping van een Amsterdamsch winkelhuis, tot op den laatsten morgen waarop hij besloot om het haar toe te zenden, met een diep verslagen gemoed en een gebroken hart!

Hadden wij wat meer tijd gehad, dan had ons Amsterdamsch studentje zeker 50 öre versnoept, zij vond het spijtig genoeg, dat zij dat moest aanzien, zonder er aan mede te kunnen doen. Alhoewel de regen had opgehouden, was er toch geen zon te zien. Een dikke nevel lag tegen de bergwanden.