Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


"Dat zal er weer spannen, Jonge Kees!" zeide Adriaan, die van zijne wonden hersteld was en weer dienst deed als gewoon matroos. De Ammiraal had haar hiertoe de vergunning gegeven tot ze weer in het Vaderland zouden aangekomen zijn. "Ja, Adriaan, dat zal het net!" zeî Jonge Kees. "Ben-je zoo nu en dan toch niet eens bang, dat je doodgeschoten zult worden?" vroeg Adriaan weer.

"Jawel, Ammiraal!" was Huibs verlegen antwoord; want hij schaamde zich dat hij van een onbewaakt oogenblik gebruik had gemaakt en Marten bij zijnen naam had genoemd. "Zoo gaat het goed, Huib!" zeide Tromp lachend, doch verwijderde zich terstond om elders nieuwe bevelen te brengen. "Hij kent me nog, die ouwe, trouwe, goeië Marten!" fluisterde Huib en pinkte een traan van blijdschap weg.

"Met uw verlof, kapitein," hernam ik, "toen 'k de Aeölus naderen zag, was hare vlag nog niet te halver steng! Ik heb haar zien neêrhalen!" "Dan is onze brave Ammiraal ook pas gesneuveld!" sprak Hein. "Een wakker man verloren!" "De overwinning is te duur gekocht!" bromde de kapitein en naar de davids gaande beval hij de sloep neer te laten. Kort daarop roeiden wij weer naar het Ammiraalschip!

Waar zullen ze een vinden als hij? Wie zal hem ooit gelijken?" Martens wangen werden vuurrood, zijne oogen glinsterden en de hand zijns Vaders vattende zeî hij: "Vader, ik wil zoo'n Ammiraal worden!" "Gij zijt dwaas, jongen! Gij en weet niet wat gij wilt!" zeide Tromp; maar schipper Hein legde zijne hand op Martens hoofd en sprak: "Met God is alles mogelijk, jongen!" Zoo'n Hein!

Maar inmiddels verloopt de tijd met babbelen en beraadslagen en de toestand der vloot blijft dezelfde!" "Er is veel van aan, geloof ik!" mompelde Huib. "Veel van aan? Veel van aan? Neen, alles is er van aan! Zoodra onze Ammiraal den laatsten keer in het land terug kwam, heeft hij om betere en grootere schepen gevraagd!" "Zoo, heeft hij dat?" "Ja, dat heeft hij.

Maar Witte bleef niet bedaard. Hij smeet zijn hoed over het dek, stampte met zijnen degen, alsof hij door de planken heen wilde, en zeî: "Kon-het-wel-beter-zijn? Nederige Tromp, tevreden Ammiraal, kon het wel beter zijn? Eene klomp met drie zwavelstokskens lijkt meer op een Ammiraalschip dan deze oude kast, die zoo doornageld is als een plankje van de grootte mijner hand met honderd spijkergaten!

Omdat het geluk hem bij Duins gediend heeft, dachten alle luiden, dat hij een onovertreffelijk, moedig en beleidvol Ammiraal was!" schreeuwde een derde. "Ze moesten dien kalen Briellenaar van zijn ambt ontzetten!" meende een vierde. "Ja, en hem alleen al de schade, die hij ons berokkend heeft en door zijn onverstand nog berokkenen zal, doen vergoeden.

Kerel, je zult nog zoo dik worden, dat je niet meer door de Rammekenspoort kunt! Sinds lang niet in Vlissingen geweest?" "Neen, Evertsen, neen, ik heb nu te Amsterdam mijne huisgoden: "Zeven kind'ren en een wijf Zijn een aardig tijdverdrijf!" "Zoo, De Ruyter, heb-je zeven kinderen?" vroeg Tromp. "Wel neen, Ammiraal, dat is zoo maar bij manier van spreken!" Thans kwam Pieter Florisz. aan boord.

Den vijf en twintigsten kwamen we tot in de nabijheid der stad, die, op eenige hoogten gelegen, het aanzien had van ons heel veel kwaad te kunnen doen. De Ammiraal gaf een sein dat al de scheepsbevelhebbers aan boord moesten komen om met hem te beraadslagen over hetgeen er gedaan zou worden.

Zijn eerste werk was de haven der stad zoo netjes in te sluiten, dat er geen schip in of uit kon. Drie der roofschepen waren echter bijna nog ontsnapt, maar de wakkere Ammiraal liet zich nu maar niet zoo bedotten. Hij zette hen achterna en begon een scherp gevecht.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek