United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoezeer Alonzo's karakter in enkele opzichten twijfelmoedig kon genoemd worden, in dit oogenblik, met het werkelijke beeld eener idealische heilige vóór zich, kon hij niet langer wankelen.

Wie is schooner dan hij? ging de bevallige, in Amors strikken verwarde jonkvrouw bij zich zelve voort: Welk Nederlandsch edelman is fierder en kloeker gebouwd? Wie toch, van al die jonkers, spreekt zóó bevallig, en zóó oprecht van vriendschap en van liefde? O, neen! wat zijn hunne woorden! Zouteloos, vervelend geklap, in vergelijking van Alonzo's welluidende en zoetklinkende taal.

Van Rodenberg had zijn gelaat naar een andere zij gewend; en toen nu Alonzo geëindigd had, was het weder hoewel meer dan te voren gekunsteld in dezelfde plooi, en antwoordde hij op Alonzo's laatste vraag, vrij natuurlijk lachende: "Booze roover! kwaamt gij daarom herwaarts? Zijn dat uwe bedoelingen? Wilt gij de schoonste bloem uit het noorden in zuidelijker lucht overplanten?

Nauwelijks was Gonne in haar grooten ziekenstoel gezeten of zij haalde Alonzo's letteren weder te voorschijn, las deze nogmaals, en besloot, daar zij, zooals wij vroeger reeds gezien hebben, vrij goed schrijven kon, onmiddellijk aan het verlangen van den edelen jongeling te voldoen. Zij beantwoordde zijn brief met deze woorden: "Geachte vriend!

Op een rit ben ik verdwaald geraakt, en verzoek thans zeer vriendelijk den eigenaar van dit kasteel, mij slechts voor een nacht te willen huisvesten." "Zijt gij alleen?" vroeg de stem van binnen. "Geheel alleen!" was Alonzo's antwoord: "zelfs mijn paard heb ik door een samenloop van omstandigheden verloren."

"Het is wél, Anne, doch laat mij nu alleen," zeide Adelgonde, en de deur van binnen gesloten hebbende, las zij Alonzo's brief, wiens zonderlinge inhoud haar voorhoofd deed gloeien, haar boezem jagen, en haar gemoed aan honderden aandoeningen ter prooi gaf. Van Bergen had zich insgelijks naar zijne kamer begeven.

Afgemat en verkleumd, kon Adelgonde den geheelen samenloop der omstandigheden nog geenszins in haren geest verbinden, en ook de laatste woorden begreep zij niet, doch Alonzo's edele blik boezemde haar een onbepaald vertrouwen in, en gewillig gaf zij zich aan zijn zorgvuldige leiding over. "Ik ben zeer koud," zeide zij, klappertandende: "mijne kleeren zijn nat van den dauw."

Van Bergen sprak niet, maar greep Alonzo's hand, en terwijl hij die aan zijn hart drukte, scheen hij nu eerst recht te beseffen, welk een onschatbare weldaad de edele Spanjaard hem had bewezen. "En hebt gij bewijzen van hetgeen gij zegt?" zei de graaf eindelijk, terwijl hij, hoewel innerlijk van de waarheid overtuigd, reikhalzend naar schriftelijke bewijzen uitzag.

Wèl herinnerde zij zich Alonzo's brief, waarin deze haar had gemeld, dat hare ouders nog leefden; dat hij haar, zoo zij dit begeerde, in de armen dier ouders wilde terugvoeren; dat die goede lieden in den bittersten nood verkeerden, en zij derhalve zooveel als haar mogelijk zou zijn, moest medenemen om hen, aan wie zij het leven verschuldigd was, met het hare te ondersteunen; en eindelijk dat hij zich had voorgenomen, om haar aan hare wettige ouders ten huwelijk te vragen, dewijl rang noch geboorte hem zouden beletten haar als zijne vrouw te beminnen.

Dankbaar sloegen ook Adelgonde en Alonzo den blik naar boven, en verheugden zich met ongeveinsde blijdschap, dat ze hun veelgeliefden vader ongedeerd aan hunne zijde mochten zien. Intusschen was de straatroover, door Rudolf en Alonzo's knechten het kasteel Beaufort binnengedragen.