United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meisje, je zeurt met je doelloos leven, en al dat moois meer. Waar haal je toch die dingen vandaan? We houden immers allemaal van je.... En, bij de herinnering zijner onuitgesproken gedachte van zoo even, ging hij voort: Een jonge meid.... en dan praten van een doelloos.... Zus, je bent dol!

De kerels zijn met bloed bemorst, maar 't is niet allemaal menschenbloed, want ze hebben eenige van de geroofde ossen geslacht, zooals een herder mij vertelde, maar de man maakte in zijn angst zoo'n haast om weg te komen, dat ik niets anders van hem te weten kwam. Ach, signor, ik heb ze uw naam ook hooren noemers." "Daar twijfel ik geen oogenblik aan," antwoordde Don Rebiera.

Ik had nu al de haken aangehecht, en begon, met den knoop in mijn hand, te trekken; maar geen schip wou van zijn plaats, omdat ze allemaal te vast aan hun ankers lagen, zoodat het ergste deel van mijn onderneming nog overbleef.

NORA. Neen, dat zijn toch allemaal eigenlijk maar kleinzielige overwegingen. HELMER. Wat zeg je daar? Kleinzielig? Dus jij vindt mij kleinzielig? NORA. Neen integendeel, Torwald-lief, en juist daarom.... HELMER. Dat is hetzelfde; je noemt mijn motieven kleinzielig; dus dan moet ik het ook wel zijn. Kleinzielig! Helene! NORA. Wat ga je doen? Er een einde aan maken.

Met een somberen blik zag hij den jonkman aan. »Wat wil je nog?" vroeg hij. »Ze zijn weg; allemaal! Ik heb je niet meer noodig!" »Kapitein, ik wil niet weggaan, ik blijf bij u; u kunt mij niet missen!" »Ga heen!" was het koele antwoord. »Neen, kapitein, ik kán en ik wil u niet verlaten. Wie zou u bedienen en wie zou bij u zijn als ik u ook verliet?

Ik heb het niet altijd gemakkelijk gehad in het leven, maar ik heb altijd een grooten en blijden onafhankelijkheidsdrang gehad in mij, en ik geloof dat ik dat te danken heb aan voorouders van moederlijken kant. De ooms en de vader van mijn moeder waren allemaal geestelijk vrij, ik bedoel vrij van kommer, en allemaal waren zij rijmelaars.

Terwijl de kolossus daar op zijn hoek stond, keek hij op dit alles neer. "Wat is toch het doel van dit alles?" mompelde hij zacht en klagelijk. "Wat is toch het doel van dit alles? Zij zijn allemaal zoo ernstig. Wat is er dan dat ik niet begrijp?"

"Geen tijd, schreef ze. Nu, dat is geen reden, ?" En Eduard stak z'n hand uit naar Go, die al even wachtte. "Ik hoop u nog dikwijls te zien," zeide hij hartelijk. "Ik heb 't heerlijk gevonden, maar ik voel me zoo klein, bij al die geleerdheid." "Dat komt, omdat we vandaag allemaal ons beste beentje hebben voorgezet; u zult gauw door het vernisje heen zien."

Toen Geerten binnentrad, zaten de roeiers allemaal bij het venster, om de tafel, waarop midden groote glimmende bierplasjes de met kralend gersten gevulde, schuim-gerande glazen stonden met bij sommigen een potsierlijk-buikend dikkopken ernaast.

En ... en hoe kan ik hier nu toch eigenlijk blijven? Dat gaat immers niet, want wat moet dat allemaal wel kosten! O, het is vreeselijk!"