Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Alfons' moeder had wel eerst wat geklaagd en gebromd, onaangenaam door de gebeurtenis in haar bedompt stilleventje van oude, ziekelijke vrouw verrast; en ook Rozeke's ouders hadden er wat tegen opgezien, omdat het meisje nog zoo jong was, maar tot feitelijk verzet was 't niet gekomen.
Maar het werd heelemaal donker, zij zagen haast de kleuren en figuren van hun kaarten niet meer en Alfons stelde voor de blinden te sluiten en het licht aan te steken. Zoo werd gedaan. De winter-triestigheid van buiten werd door het helder licht van een groote petroleumlamp verbannen en met vernieuwde pret speelden zij verder door en vulden nog eens weer de glaasjes en staken versche pijpen aan.
Alfons stemde toe, en in een groepje stonden zij nu even weer midden op het kruispunt van vier straten, wantrouwig-aarzelend rondkijkend, of zij ook ergens een geschikte herberg zagen.
Hij liet een order bekend maken, die ineens weder de oude, geleden geschiedenis in herinnering bracht. Nog strenger dan vroeger luidde het bevel. Alwie een schildwacht slapende zou aantreffen, had 't recht hem te dooden. Wanneer een soldaat het bemerkte, rustte op hem de plicht zoo hij deze plicht niet volvoerde, zou hij zelf moeten sterven. Angstig luisterde Alfons naar deze woorden.
Woest blaften de waakhonden, en de hanen, ontwaakt, begonnen schril te kraaien. De sterren blonken hier en daar als gouden punten in het pikzwarte loovergewelf der dubbele rij boomen van de lange oprijlaan, en een heel zacht windje ging suizend door de ritselende kruinen. Weer zwijgend nu in 't drukke praten van de anderen, liep Alfons naast Rozeke.
"Kom," zeide Alfons, en zijn eerlijke woorden hadden den trillenden klank der geheime smart, "ga maar gerust heen, vriend. Ik zal waken, als de Duivel komt. Het is donker weer." De schildwacht geloofde hem. Hij moest hem gelooven. Hij bedankte hem met geen woord. Hij groette zwijgend en ging heen.
Wat was het toch alles anders geworden dan zij vroeger had gedacht? Waar was de blijde zomeravond waarop zij van haar huwelijksreis met Alfons uit de stad terugkwam? Waar waren de bloemen? waar was het meisje dat haar een gedichtje voorlas? waar waren de vroolijk-joelende feestvierders om het rood-oplaaiend vuur?
Toen de officieren hun weg waren gegaan, kwam Alfons te voorschijn, en met rustige schreden liep hij naar de schildwacht. "Je wilt zeker wel graag feestvieren?" De arme kerel wist niet, wat hem geschiedde. Zou 's Duivels zoon geen listen willen gebruiken, om hem in 't verderf te storten? En toch ... hoe lokte de kermis. Alle stemmen van jeugd en blijdschap lokten hem.
En Alfons moest dan eerst de afstanden stappen, de boomen van den boomgaard tellen, de hoogte der gebouwen en de uitgestrektheid van de akkers meten, vóór zij gelooven konden dat zij niet bedrogen waren. Doch er waren ook soms heerlijke verrassingen.
Rozeke durfde niet verder meer vragen; maar plotseling herinnerde zij zich de mededeeling uit een van Alfons' laatste brieven; de zonderlinge ontmoeting van den baron met die twee rare vrouwen in zijn automobiel, en even bekroop haar de angst dat hun huwelijk er ongelukkig door geworden was. Doch zij joeg die akelige gedachte verre van haar weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek