Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Ze is nu somber en weinig geruststellend. De guardia civiles en de soldaten van de burgerwacht, die er nu in zitten, spreken te nauwernood met elkaar. Op de tafel zijn de commissaris, twee schrijvers en eenige soldaten bezig papieren vol te krabbelen. De alférez loopt heen en weer, en kijkt van tijd tot tijd met een woesten blik naar de deur.
Let op mijn woorden: hier valt voor u een ridderorde en promotie te halen; alleen vraag ik dat u laat uitkomen, dat ik u gewaarschuwd heb." "Dat doe ik vast, padre, en misschien wordt u bisschop!" antwoordde de alférez met een stralend gezicht, terwijl hij naar de mouwen van zijn uniformjas keek. "Dus u stuurt me vier verkleede guardia's, nietwaar? Opgepast!
Is meneer weggegaan?" schreeuwde Doña Consolación. Op een teeken van den alférez, antwoordde de oppasser: "Ja, mevrouw, hij is weggegaan." Men hoorde haar vroolijk lachen, en de grendel werd weggetrokken. De echtgenoot stond zachtjes op.
De alférez maakte zich ongerust, en kwam in wijfeling of hij heen zou gaan of blijven, doch de prediker begon reeds met forsche volle en welluidende stem te spreken. Waarlijk, die oude huishoudster had zich wel knap getoond met haar middeltjes.
De opper-koster maakte een heel kapitaaltje door het verkoopen door het als aalmoezen wegschenken, wil ik zeggen van al de voorwerpen, die men zoo noodig heeft, om de ziel te redden en den duivel te keeren. Zooals we zeiden, was Padre Salvi zeer nauwgezet in de vervulling van zijn plichten: volgens den alférez al te nauwgezet.
"Ik had er liever niet bij willen wezen," antwoordt Padre Salvi zacht, zonder acht te slaan op den verwijtenden toon van den ander. "Ik ben erg zenuwachtig." "Omdat er niemand gekomen is, om zijn post niet te verlaten, dacht ik dat uw tegenwoordigheid...U weet zeker dat ze van middag eruit gaan." "De jonge Ibarra en de teniënte mayor...?" De alférez wees naar de gevangenis.
De alférez was, als alle onboetvaardigen, onverbeterlijk: hij ging vloekend de kerk uit en zoodra hij een koster of een bediende van den pastoor te pakken kon krijgen, ranselde hij hem af en liet hem den vloer van de kazerne en die van zijn eigen huis boenen zoodat dit er daarna fatsoenlijk uitzag.
"Zeg, Albino, je moet dezen keer maar geen lek-gaten ontdekken zooals in de bootjes, hoor," zeide Leon tot den oud-seminarist. "Wat? Wat is dat?" vroegen de oudere vrouwen. "De bangka's, dames, waren net zoo gaaf als dit bord," verklaarde Leon en wees op zijn bord. "Mijnheer de alférez, weet u al iets van den kerel die Padre Dámaso heeft mishandeld?" vroeg Padre Salvi.
Ken je z'n signalement uit je hoofd?" vroeg de Wisajer. "Of ik! Lange gestalte volgens den alférez, middelmatig volgens Padre Dámaso; kleur bruin, oogen zwart, neus gewoon, mond gewoon, baard geen, haar zwart..." "Zoo! En bijzondere kenteekenen?" "Zwart hemd, zwarte broek, houthakker..." "O, die zal niet ontsnappen: 't is net of ik hem zie."
"Dit is de man die zich het moedigste verdedigd heeft en zijn kameraden heeft gezegd te vluchten," zeide de alférez tot padre Salvi. Daarna kwam een ander, die er stumperachtig uitzag, en jammerde en schreide als een kind: hij hinkte en had zijn broek vol bloed. "Genade, meneer, genade! Ik zal niet meer op de binnenplaats komen!" schreeuwde hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek