Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Prins HENDRIK CASIMIR II, bij den dood zijns vaders slechts zeven jaren oud, ontving eene verstandige opvoeding van zijne voortreffelijke moeder, Prinses ALBERTINE AGNES, die, ook nadat hij in 1672, ruim 15 jaren oud, tot werkelijk Stadhouder was verheven, hem tot 1679 als voogdes ter zijde stond , gelijk hij in AYLVA een uitstekend leermeester en voorganger vond in den krijg.
Albertine vloog naar hare zuster, en zei met kinderlijke levendigheid: »Adèle! Laat nu iemand eens wat spelen!" En met den vinger André aanwijzende: »Meneer hier houdt ook zooveel van muziek!" Mejonkvrouw Van Berenvelt sprak zacht een paar woorden met Albertine. Deze trok plotseling een verdrietig gezichtje, en sloop heen zonder zelfs André te groeten.
Zijne opvoeding droegen zij zijner moeder en voogdes, de voortreffelijke Prinses ALBERTINE AGNES, op, en deze kweet zich daarvan op eene zoo loffelijke wijze, dat de jonge Vorst eerlang blijken gaf, de hem bij voorraad opgedragene betrekkingen en zijne aanzienlijke afkomst allezins waardig te zijn .
Het was de pianojuffrouw van freule Albertine; hij had haar meermalen in het voorbijgaan ontmoet, maar vereerde zijne oude kennis Betsy Muller Belmonte alleen met een stijf knikje. Bij het binnentreden liet hij haar voorgaan, en verloor haar oogenblikkelijk uit het oog. De lakei bracht hem met alle mogelijke bewijzen van eerbied naar de studeerkamer van den Baron.
Albertine neemt op een bank bij het huis plaats en wenkt den jongen nader te komen. Vriendelijk ziet zij hem aan, als ze vraagt: "Zeg me nu eens de waarheid. Wat kwam je hier doen?" "Ik kwam den dokter zoeken, juffrouw." "Zoo! Hoe heet je?" "Dorus." "Ben je dan ziek ?"
Albertine is op het hooren van het geschreeuw in den tuin opgevlogen en staat nu tusschen de beide mannen, terwijl zij vraagt: "Wat is hier te doen, Jakob? Waarom schreeuw jelui zoo?"
»Ik speel nog niet in 't publiek, meneer!" »Dan zou misschien uwe zuster...." »Ga maar mee! Wij zullen 't haar vragen!" Vrijmoedig en schalks wenkte freule Albertine, en André had plezier genoeg in het guitige kind, om terstond aan haar verzoek te voldoen.
Toen wilde hij naar binnen gaan." "'t Is een leugen, juffrouw, 't is een leugen!" roept hartstochtelijk de jongen, terwijl de tranen hem met kracht uit de oogen springen en over zijn bleeke wangen rollen. "Ik luisterde naar de muziek, anders niet. Laat me toch los!" Albertine ziet hem medelijdend aan en zegt: "Laat hem maar los, Pieter." "Dan gaot ie er vandeur, juffer!" "Neen, neen!
Dat alles zag Dorus, terwijl hij voor het raam stond en hij mompelde in zichzelf: "Wat een knap man, wat een mooi gezicht, wat een flinke houding; hoe innig keek hij haar aan, en hoe gelukkig zag zij er uit. Wat zullen die twee elkaar liefhebben!" 't Was hem plotseling duidelijk geworden, dat Albertine haar neef Otto liefhad.
Hij gevoelde als het ware een soort van verlichting en toch.... hij wou liever, dat Otto niet gekomen was.... Zonderlinge tegenstrijdigheid in zijn binnenste, waarvan hij niets begreep, dan dat zij bestond. Toen hij 's middags beneden in de kamer kwam tegen 't etensuur, zaten neef Otto en Albertine vertrouwelijk pratend op de canapé en dokter Abels in een leunstoel bij hen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek