Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


Heer Adolf, nu Erf-Jagermeester van de Veluwe, werd terstond beleend met de Heerlijkheden Arensberghe en Westerhof, en met de tienden van Engeland.

Adolf van Nieuwland was alleen met Gwyde en zijn vaandrager blijven staan, zodat zij van het leger gescheiden waren en een gewisse dood te verwachten hadden.

De kleding verschilde ook in kleur en het wapen dat op de borst van Adolf gewrocht stond, was drie maagden met gulden haar op een rood veld. Boven het schild las men deze kenspreuk: Pulchrum pro patria mori. Kort na hem volgden de vrouwen, zo prachtig dat de ogen op het goud en zilver harer kleding schemerden en verdwaalden.

Hoe kort zij haar rede ook afbrak, klonk het woord gevangenis echter zeer vreemd in de oren van Adolf. De tranen, die hij bij zijn ontwaken op 's meisjes wangen bemerkt had, gaven hem een angstig voorgevoel. "Wat zegt gij, Machteld?" riep hij. "De gevangenis van wie? Gij weent! Hemel! Wat zou er u gebeurd zijn?"

Adolf moet als pleitbezorger van Erasmus, die zulke fraaije brieven aan zijne moeder schrijft, een van buiten geleerd vertederend lesje opzeggen.

Adolf van Nieuwland was bij de intrede der Fransen met de grootste vrees bevangen geweest, want hij zag Machteld nu zonder tegenweer aan haar vijanden blootgesteld.

Adolf wist wel dat zijne meesteres altijd een hekel aan hem had gehad, maar zoolang zijn meester leefde, had hij zich daar weinig om bekommerd. Nu deze gestorven was, was hij geen dag zonder angst geweest, daar hij niet wist wat hem den volgenden kon overkomen. Marie had reeds verscheidene malen haar procureur geraadpleegd, en na overleg met St.

Laat ons die troostende hoop omhelzen, mijn vriendin." "Voorzeker, Adolf, omhelzen wij die troostende gedachte, maar hoe toch strelen wij ons met een bedrieglijk vooruitzicht. Zal de Vorst der Fransen zijn omgekomen soldeniers niet wreken? Zal De Chatillon, onze bittere vijand, zijn wrede nicht Johanna niet opstoken?

Diederik stond verslagen, daar een vrouwenoog zijn kunst had doen feilen; hij deed zijn baard spijtig af en vertoonde zich dan meer kenlijk voor de Jonkvrouw. Adolf viel in dankzeggingen uit en drukte hem de hand met tedere vriendschap.

Een van de reizigers voor het Museum, de heer Adolf Fischer, verhaalt in de Gartenlaube over zijn vondsten in Oost-Azië, vondsten van antieke kunst. Het grootste en innigste, dat de kunst in Oost-Azië heeft voortgebracht, wortelt in den godsdienst, en dus waren het vooral de kostbaarheden, die met den godsdienst verband hielden, waar hij zijn aandacht aan had te wijden.

Anderen Op Zoek