Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


Machteld had zich met de zuster van Adolf, vóór het gevecht, in een cel der abdij van Groeninge vertrokken.

Op die noodkreten kwamen twee nonnen binnen, en ontvingen de zwakke Machteld uit de armen van de gulden ridder; deze zoende zijn dochter met pijnend medelijden, en wilde de stervende Adolf gaan bezoeken, maar de Jonkvrouw, die de ogen opende en zijn inzicht verstond, rukte zich uit de handen der nonnen, en zich aan Robrechts lichaam vasthechtende, riep zij: "Laat mij met u gaan, o vader!

De gulden ridder riep menigmaal tot hem dat hij zich zozeer niet zou blootstellen; maar die woorden, als een loftuiting in het oor van Adolf klinkende, hadden een verkeerd uitwerksel, dewijl bij elke roep des gulden ridders, het paard van de dappere minnaar vooruit sprong en dieper in de Fransen sprong.

"Houd op daarmede, gij heks," zeide de verkooper; "geen gebalk hier; de verkooping zal beginnen." En de verkooping begon. Adolf werd voor eene aanzienlijke som toegeslagen aan den jongen heer, die te voren zijn voornemen had te kennen gegeven om hem te koopen. De andere bedienden vielen verschillende bieders ten deel. "Kom op nu, jongen, hoort ge niet?" zeide de verkooper tegen Tom.

Adolf gaf de ene hand aan zijn lieve Machteld en de andere aan zijn dierbare zuster. Zo zat hij te midden der twee blijde vrouwen als een geest des troosts, wiens woorden men als een heilig lied afwacht. "O mijn Vrouwe, goede Machteld," sprak hij, "gij hebt veel geleden.

De aanstelling van dien keizerlijken rijksvoogd was mede een gevolg van den brief, dien keizer Adolf van Nassau, in 1293 aan de goede burgers van Kaysersberg verleende, en waarbij hij hun al de rechten, vrijheden, privilegiën en keuren schonk van Colmar.

Na zij de drank in de zilveren schaal geschonken had, stak zij haar rechterhand onder het hoofd van Adolf en het wat oplichtende, bracht zij de schaal aan zijn mond. De ogen des ridders gingen wijd open en hechtten zich met een vreemde uitdrukking op de jonge maagd. Dankbaarheid en liefde heersten in zijn flauwe blikken, en een onuitsprekelijke glimlach liep over zijn bleek gelaat.

Zij verwierven zich den roem, ook in militaire zaken, het eerst eene goede orde gebracht te hebben. De organisatie hunner zee- en landmacht was zoo voorbeeldig, dat Christiaan V van Denemarken, Gustaaf Adolf van Zweden en andere Koningen, vele grondstellingen over krijgs- en legerzaken van de Hollanders overnamen.

Wanneer zij in de stad en bij de woning van Adolf waren, bezag de Priester de bijliggende gebouwen alsof hij dezelve wilde herkennen en sprak: "Mijnheer Van Nieuwland, ik wens u vaarwel. Deze avond zal ik wederkomen misschien wat laat. Doet intussen uw uitrusting klaar maken." "Zult gij met mij niet tot de Jonkvrouw gaan? Gij zijt zo vermoeid.

Voor Adolf bleef hij slechts een oogenblik staan, spuwde een klad tabakssap over zijne glimmend gepoetste laarzen en keerde zich met een verachtelijk "Hm!" van hem af. Voor Suze en Emmeline bleef hij wederom staan.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek